dinsdag 1 april 2008

Anti-Mertens(22):Peter begin met ”De Grote Bocht” (truk geleerd van Boudewijn Deckers)


Peter gaat nu ineens verder met een uitwijding over “de partij van Europees links”:

“ “Op 8 en 9 mei 2004 wordt in Rome de partij van Europees Links boven de doopvont gehouden….
Europees Links is meer dan eurochauvinisme. Het is tevens een kwalitatieve sprong van de revolutie naar het (linkse) reformisme, aldus een van de oprichters zelf, PDS-voorzitter Lothar Bisky. In een interview met de krant Freitag legt hij uit: ‘De partij van Europees Links, het kern-Europa van de linksen, betekent voor de politieke krachten in de Europese Unie die hun oorsprong hebben in de revolutionaire arbeidersbeweging een kwalitatief nieuwe stap in het aanpassingsproces aan het linkse socialisme.’
Noch in het programma ‘Manifeste du parti de la Gauche Européenne’, noch in de ‘Statuten’ is enige verwijzing naar het privé-bezit van de productiemiddelen, de inherente economische crisissen van dit systeem, de moordende concurrentie van de monopoliebedrijven, de herverdeling van de wereld door de grote imperialistische machten te vinden. Wel belooft de partij van Europees Links ‘een progressief alternatief’, ‘vrede’, ‘sociale rechtvaardiging’, ‘duurzame ontwikkeling’ en allerlei andere mooie zaken waar niemand iets tegen kan hebben. Het blijft allemaal vaag en binnen de krijtlijnen van het systeem en zijn eigendomsverhoudingen. Zo is er ook geen nauwkeurige analyse te vinden van de oprichting van de Europese Unie of van de sterke hand van de Europese Ronde Tafel van Industriëlen achter dit project. …De Europese Unie als ‘reactie’, als het project van de machtigste monopolies op het continent: daarover geen woord bij Europees Links. Ook zul je vruchteloos zoeken naar enige verwijzing naar een strategie van sociale revolutie. Integendeel, de partij van Europees Links concentreert zich volledig op de ‘hervorming in de diepte’ van het systeem vanuit de instellingen: ‘Wij willen ervoor zorgen dat de verkozen instellingen – het Europees Parlement en de nationale parlementen – meer slagkracht en controle hebben.’
De partij van Europees Links wil de stap naar het links reformisme zetten omdat de ‘oude’ sociaal-democratie haar pluimen verliest. In haar stichtingsmanifest schrijft Europees Links: ‘De sociaal-democratische opvatting over “de derde weg” in Europa is mislukt… Dit schept nieuwe mogelijkheden en kent een grotere verantwoordelijkheid toe aan links dat deze wereld wil veranderen.’
Terug naar de ‘oude’ sociaal-democratie van de Tweede Internationale om de ‘nieuwe’ sociaal-democratie van Blair en Schröder te bekampen!? … Binnen de partij van Europees Links blijven heel wat communistische krachten actief. En het is niet uitgesloten dat zij vroeg of laat het reformistische en eurochauvinistische project van Europees Links opnieuw de rug toekeren.”

In dit hoofdstuk concludeert Peter Mertens dat er nergens bij de partij van Europees Links “enige verwijzing naar het privé-bezit van de productiemiddelen, de inherente economische crisissen van dit systeem, de moordende concurrentie van de monopoliebedrijven, de herverdeling van de wereld door de grote imperialistische machten te vinden.” Hij insinueert dat de PVDA WEL zulke FORMELE “verwijzingen” heeft in haar programma (welk programma? Dat van 1979? Dat voorin de “Statuten” van het zevende congres? Of de wel héél vage verwijzingen in haar ACTIE-programma – het enige dat naast “Statuten” als “PROGRAMMA’ te downloaden is van pvda.be? –op dit moment is het alléén maar het VERKIEZINGS-programma opgemaakt is 2004 dat te downloaden is, Paul Vermeer)
Verder besluit hij na grondig zoeken “Zo is er ook geen nauwkeurige analyse te vinden van de oprichting van de Europese Unie of van de sterke hand van de Europese Ronde Tafel van Industriëlen achter dit project.”
En verder besluit Peter Mertens: “Ook zul je vruchteloos zoeken naar enige verwijzing naar een strategie van sociale revolutie.”
Zo zou dus de partij van Europees Links een reformistisch project zijn in tegenstelling tot de PVDA van Peter Mertens waar er, zo moeten we toch tussen de regels lezen, wel “verwijzing naar het privé-bezit van de productiemiddelen, de inherente economische crisissen van dit systeem, de moordende concurrentie van de monopoliebedrijven, de herverdeling van de wereld door de grote imperialistische machten” is. De PVDA zou dus WEL revolutionair en marxistisch zijn omdat ze “een nauwkeurige analyse van de oprichting van de Europese Unie of van de sterke hand van de Europese Ronde Tafel van Industriëlen achter dit project” heeft en zeker een “verwijzing naar een strategie van sociale revolutie.” MAAR al hééft de PVDA zulke algemene en heel formele “verwijzingen”, dit maakt ze nog niet persé of apriori revolutionair!… Emile Vandevelde, leider van de Belgische Werklieden Partij begin 20e eeuw, “verwees” OOK wel naar de noodzaak (ooit in een verre toekomst?) van de “diktatuur van het proletariaat”. Dit maakte van de BWP géén revolutionaire partij!

Nu gebeurde héél deze uitwijding over “de partij van Europees Links” om de nogal lange redenering op te zetten in het volgend artikel. Die enorme uitweiding, die ik bijna hélemaal zal citeren, moet (zo zullen we aan het eind van de Anti-Mertens zien), dé grote bocht van Peter Mertens maskeren. (een taktiek die hij geleerd heeft van Boudewijn Deckers). Lees hier verder over in volgend artikel.

De draad kwijt, ga hier terug naar het eerste artikel uit de reeks “Anti-Mertens”.

Geen opmerkingen: