zondag 9 maart 2008

Ludo Martens (PVDA-voorzitter) bevestigde mijn amendement voor 4e Congres(1991)

Ik maakte in 1990 een amendement voor het Vierde Congres (1991) van de PVDA (zie artikelenreeks)
Ik kreeg hierop nooit een antwoord, reactie of zelf maar een kritiek of verwerping.
In feite kreeg ik alleen van toenmalig voorzitter Ludo Martens indirect een bevestiging op en een erkenning van mijn amendement, zie hieronder…

Uit "USSR - de fluwelen contrarevolutie", Ludo Martens, uitg. EPO, 1991. (p. 295-300):
Maart 1991. Twee breekpunten

" Op het einde van ons parcours komen we terug bij de vragen die dit boek hebben geopend: wat is het klassekarakter van de Sovjetunie?
Zijn er nog kansen op een revolutionaire vernieuwing?
De analyse die Mao Zedong maakte in dejaren '60 geeft het best de realiteit van de socialistische landen weer. Vandaag de dag
kan deze analyse gepreciseerd worden aan de hand van de recente gebeurtenissen in Oost-Europa, in de Sovjetunie en in China. Deze analyse werd echter enigszins ontkracht door bepaalde gauchistische overdrijvingen ten tijde van de Culturele Revolutie. Dit heeft het voor Deng Xiaoping makkelijker gemaakt ze in de loop van de jaren '80 in haar geheel te verwerpen.
Mao Zedong zag de toekornst van het socialisme als volgt.

"De socialistische maatschappij loopt over een zeer lange historische periode. Klassen, klassenstrijd en strijd tussen de socialistische en kapitalistische weg bestaan nog altijd". "De socialistische revolutie op het economische vlak alleen (inzake het bezit van de produktiemiddelen) volstaat niet, en zorgt ten andere niet voor stabiliteit. Er moet ook een volledige socialistische revolutie worden doorgevoerd op politiek en ideologisch vlak. De strijd om uit te maken 'wie het zal halen', socialisme of kapitalisme, op het gebied van politiek en ideologie, eist een lang tijdsverloop voor de uiteindelijke beslissing valt. Enkele tientallen jaren zullen daartoe niet volstaan. Honderd, ja honderden jaren zijn nodig om de definitieve zege te verzekeren. (...) In deze historische periode van het socialisme moeten we de dictatuur van het proletariaat handhaven en de socialistische revolutie voltooien als we de kapitalistische restauratie willen verhinderen; we moeten ook de socialistische opbouw ondernemen om de voorwaarden te scheppen voor de overgang naar het communisme". "Voor de machtsovemame van Chroesjtsjov, waren de activiteiten van nieuwe burgerlijke elementen beperkt en strafbaar. Sinds Chroesjtsjov echter aan de macht is en geleidelijk aan de leiding over partij en staat heeft gegrepen, zijn deze burgerlijke elementen leidende posities gaan innemen binnen de partij en de regering en op economische, culturele en andere domeinen. Ze zijn een geprivilegieerde laag geworden in de sovjetmaatschappij". "Zelfs onder het bewind van Chroesjtsjovs kliek zetten de grote massa van partijieden en het sovjetvolk hun roemrijke revolutionaire tradities verder die door Lenin en Stalin werden ingezet, houden ze zich aan het socialisme en betrachten ze het communisme. (...) Talrijk zijn de sovjetkaders die het blijven houden bij de revolutionaire stellingen van het proletariaat en bij de socialistische weg en die schrap staan tegenover het revisionisme van Chroesjtsjov". "De klassenstrijd, de strijd voor de produktie en voor het wetenschappelijke werk zijn de drie grote revolutionaire bewegingen bij de opbouw van een sterk socialistisch land. Deze bewegingen vormen een zekere garantie die het voor de communisten mogelijk maakt zich van de bureaucratie te ontdoen, zich te wapenen tegen het revisionisme en het dogmatisme en immer onoverwinnelijk te blijven. Deze garantie maakt het mogelijk voor het proletariaat zich te verenigen met de brede werkende massa's en een democratische dictatuur uit te oefenen. Indien men bij afwezigheid van deze bewegingen, de grootgrondbezitters, de rijke boeren en de contrarevolutionairen, de kwaadwillige en monsterachtige elementen van alle aard, zou laten begaan terwiji de kaders de ogen zouden sluiten en zeif in veel gevallen geen onderscheid zouden maken tussen de vijand en ons, maar met de vijand zouden meewerken en zich door de corruptie en de demoralisatie zouden laten meevoeren indien onze kaders aldus meegesleurd zouden worden in het vijandelijke kamp, of als de vijand er in zou slagen in onze organisaties binnen te dringen, en als velen van onze arbeiders, boeren en intellectuelen zonder verdediging werden gelaten tegenover de soms verleidende, soms brutale tactiek van de vijand dan zou weinig tijd verlopen, misschien enkele jaren of een decennium, vooraleer een contrarevolutionaire restauratie zou plaats vinden en een marxistisch-leninistische partij een revisionistische of een fascistische partij zou worden, en heel China van kleur zou veranderen".[1]

Na drie jaar handige maneuvers en goede voorbereiding, heeft Chroesjtsjov in 1956 de macht gegrepen in het vaderland van Lenin.
Nadien heeft hij zijn machtspositie aan de top van de partij rnoeten consolideren door de meerderheid van het politiek bureau te elimineren onder het morn van de strijd tegen de "anti-partijkliek van Molotov-Malenkov-Kaganovitch". Door ideologische en politieke aanvallen tegen de basisprincipes van de socialistische opbouw heeft Chroesjtsjov in de eerste plaats de fundamentele orientatie van de CPSU gewijzigd. Hierdoor werd de basisvoorwaarde geschapen die nodig was om het de gebureaucratiseerde kaders en de opportunisten mogelijk te maken privileges te verwerven en zich als een aparte sociale laag te organiseren. Zelfs na het verwijderen van Chroesjtsjov waren er nog leidende kaders die er op aandrongen om terug te keren naar de marxistisch-leninistische principes. De socialistische basis van de maatschappij was nog niet vemietigd en er waren nog miljoenen communisten die volhardden in hun revolutionair werk. Ten tijde van Brezjnev heeft de leidende kliek nog meer privileges verworven en met een arsenaal illegale middelen heeft ze zich verder verrijkt.
Maar ze moest nog altijd om zo te zeggen parasiteren op een economische en politieke basis, die niet de hare was. De authentieke communisten konden nog altijd een aantal verworvenheden van de arbeidersklasse verdedigen. De socialistische wetgevmg, positieve maatregelen ten voordele van de arbeiders en de marxistisch-leninistische ideologic hadden nog een zekere invioed op de samenleving.
De leidende sociale laag misvormde het marxisme tot een rozenkrans van stereotiepe formules en zij importeerde allerlei ideologische stromingen uit het Westen. Ze maakte het mogelijke dat de overjarige burgerlijke ideologieen een tweedejeugd beleefden, doordat ze de socialistische gedachten verknoeide. In steeds meer sectoren maakten de nieuwe burgerlijke elementen van de produktiemiddelen en van de staatseigendommen hun prive-bezit. Ze sloten 'zakenhuwelijken' met nieuwe kapitalisten uit de informele sector, waarvan ze de groei toelieten. Op het einde van de Brezjnev-periode was er een nieuwe kapitalistenklasse gegroeid die haar eigen belangen nastreefde en die belangen stonden radicaal tegenover de belangen van de arbeiders. Deze volwassen geworden klasse maakte zich klaar om te strijden voor het openlijk instellen van haar dictatuur. Het was voor deze klasse nodig dat het land zich ontdeed van de laatste marxistisch-leninistische invloeden en kenmerken. In Gorbatsjov heeft deze klasse een vlag gevonden, in de glasnost een manier van uitdrukken en in de perestroika een verantwoording voor haar privatiseringsprojecten.

De Sovjetunie heeft twee grote breekpunten met het socialisme gekend: in 1956 met het rapport van Chroesjtsjov, dat bepaalde essentiele marxistisch-leninistische principes heeft verworpen, en in 1990 met de perestroika van Gorbatsjov, die de deur heeft opengezet voor een overgang naar een markteconomie.
Het revisionisme van Chroesjtsjov heeft een periode ingeluid van overgang van het socialisme naar het kapitalisme. In die periode was er nog een voortdurende strijd tussen de socialistische en de kapitalistische krachten. Het probleem alleen stellen in termen van: dictatuur van het proletariaat of dictatuur van de grootburgerij, is de complexe werkelijkheid op een scholastische manier vereenvoudigen. De nieuwe en oude burgerlijke krachten hebben dertig jaar nodig gehad om volwassen te worden en om hun posities op politiek, ideologisch en economisch vlak in te nemen en te consolideren.
Het proces van verval dat in 1956 begonnen is, heeft drie decennia nodig gehad om komafte maken met het socialisme.
In het verleden waren we van mening dat Chroesjtsjov een speciale produktiewijze had ingesteld, namelijk het staatskapitalisme, dat een hoger stadium was van het kapitalisme, waarin de nomenklatura op een collectieve manier de produktiemiddelen bezat. Deze stelling is niet houdbaar. De ervaring toont aan dat het niet gaat over een uitbuitingssysteem met een eigen economische basis. Terwiji ze afstand deed van de dictatuur van het proletariaat en ze moeizaam verder afstapte van een socialistische planeconomie, heeft de sovjetmaatschappij onder de leiding van de revisionisten geen aangepaste en stabiele mechanismen kunnen uitwerken voor de uitbuiting van de arbeidskracht en voor het gebruik van de natuurlijke rijkdommen, en specifiek economisch systeem waarmee ze de confrontatie met de imperialistische mogendheden kon aangaan. In de periode van Chroesjtsjov en Brezjnev hebben de nieuwe burgerlijke krachten hun wapens gesmeed, maar vanaf het moment dat ze er de kracht toe hadden, hebben ze die wapens gebruikt in de strijd voor het prive-bezit van de produktiemiddelen.
Sommigen houden vol dat Brezjnev president was van een land dat een staatskapitalistisch regime kende, maar dat op het einde van zijn bewind een liberate burgerij voldoende krachten had verzameld om de strijd aan te vatten met de bureaucratische burgerij. Men zal echter moeten vaststellen dat het belangrijkste doelwit van de aanvallen van de glasnost, niet het Brezjnev-systeem is, maar wel Stalin en de "verschrikkelijke" socialistische beginselen die hij heeft verdedigd. En, zoals in Oost-Europa, zien we de Brezjnev-boys zich vlotjes ontdoen van de halfslachtige structuren die door hun patroon zijn ingesteld, en de vrije markt en de prive-ondememing verwelkomen.
In de opvatting van het staatskapitalisme is de revisionistische partij de smeltkroes van de nieuwe burgerij: Brezjnev-partij, nomenklatura en nieuwe burgerij waren synoniemen. Maar in tegenstelling met deze hypothese zien we dat in het proces van verval de nieuwe burgerij, zowel in de Sovjetunie als in Oost-Europa, zich ontdoet van de communistische partij door ze van kop tot teen om te vormen en door het burgerlijk meerpartijenstelsel te lanceren.
Is Gorbatsjov de dubbelganger van Chroesjtsjov? Het eindpunt van het verval is niet identiek aan het vertrekpunt. Chroesjtsjov moest de basiskern van de nieuwe burgerij verzamelen. Gorbatsjov is de spreekbuis van een goed ingenestelde klasse. In 1956 moest Chroesjtsjov gebruik maken van ultra-linkse taal en het communisme beloven voor 1980 om zijn eerste burgerlijk net te vormen. Gorbatsjov verklaart openlijk het mislukken van de communistische illusies. Chroesjtsjov beloofde op hetzelfde niveau te komen als de Verenigde Staten en deze zeifs voorbij te steken in de loop van de jaren '60. Gorbatsjov erkent de superioriteit van het Amerikaanse systeem en bedelt zeifs om hun hulp. Chroesjtsjov versterkte de collectivisering en hervormde de kolchozen in sovchozen. Gorbatsjov wil de grond privatiseren. Chroesjtsjov voorspelde de overwinning op wereldviak van zijn socialisme. Gorbatsjov vraagt de reintegratie van de
USSR in de kapitalistische wereldeconomie.
De voorbeelden van Cuba en China ontkennen de theorie dat het revisionisme aan het hoofd van de partij automatisch moet leiden naar de restauratie van het kapitalisme en naar het opnieuw instellen van de dictatuur van de burgerij.
De Cubaanse communisten zijn Brezjnev zeer ver gevolgd op de weg van het revisionisme en de hegemonic. Nochtans heeft de Cubaanse communistische partij getoond in staat te zijn om haar fouten te herstellen. De partij spant zich in om een revolutionair marxistisch-leninistisch concept en praktijk opnieuw op te bouwen.
Toen Hu Yaobang, en later Zhao Zhiyang secretaris-generaal van de Chinese Communistische Partij waren, hebben ze bijna alle aberraties die Chroesjtsjov gelanceerd heeft, overgenomen en versterkt.
Een logisch besluit hieruit zou zijn dat het kapitalisme zich in
China reeds heeft hersteld. We hebben nochtans gezien dat er een felle strijd is gevoerd in de CCP en dat de rechterzijde in juni 1989 zware klappen heeft gekregen. Maar de politieke strijd gaat door. De hypothese van het verschijnen van een Chinese Gorbatsjov is niet uit te sluiten, maar het is ook niet onmogelijk dat Mao Zedong tot een tweede leven zai herboren worden.
Laten we afscheid nemen van de fluwelen contrarevolutie op deze optimistische toon. Hoop doet leven.

Ludo Martens. "



[1] 'Het pseudo-communisme van Chroesjtsjov' - 14juli 1964, in Débat sur la ligne générale, Ed. Pékin, 1965. p. 482-492.

Geen opmerkingen: