zaterdag 1 maart 2008

Anti-Mertens (1):Analyse pseudo-marxisme PVDA-kader Peter Mertens


Hetgeen mij opvalt in de Marxistische Studies No. 72, 29 oktober 2006 verschenen bij EPO, “De arbeidersklasse in het tijdperk van de transnationale onderneming” geschreven door het Nationale Kader van de PVDA, Peter Mertens, is dat er nergens een concrete analyse van het actuele kapitalisme wordt gemaakt waaruit dan de taken van de communisten voortvloeien. Hij beschrijft enkel maar…en blijft héél algemeen.
Er zijn echter BINNEN of ROND de PVDA veel concretere analyses gemaakt, die duidelijk leiden tot de bepaling van de taken van de communisten….Echter de betreffende kaders, leden of simpathisanten maakten die analyse niet in een opdracht tot het uitwerken van een voorstel van programma voor de PVDA. PVDA-kader Thomas Gounet van de studiedienst van de PVDA maakt in een artikel “De economische crisis van het kapitalisme”, in Marxistische Studies nummer 45 (1999) –zie op marx.be- in feite een CONCRETE analyse van het ACTUELE kapitalisme (daar waar men bij Peter Mertens op zijn honger blijft…):

“ 4.2. De structurele crisis als onderdeel van de algemene crisis van het kapitalisme
Welk verband bestaat er tussen de structurele economische crisis en de algemene crisis van het kapitalisme?
De algemene crisis van het kapitalisme is een breder concept dat duidelijk zowel het economisch als politiek aspect omvat. …Historisch gezien hebben de communisten altijd meer aandacht besteed aan dit tweede aspect, het belang en de ontwikkeling van de socialistische landen in het ontbindingsproces van het kapitalisme. … In het Handboek voor politieke economie, geschreven in de tijd van Stalin, lezen wij: "De wereld verdeelde zich in twee systemen, het kapitalistische systeem en het socialistische systeem, dat is de meest spectaculaire uitdrukking van de algemene crisis van het kapitalisme."
Het kapitalisme kan dit feit niet ontkennen, zelfs al kan het landen die voor het socialisme gekozen hebben opnieuw achteruittrekken. Het toont aan dat het de oude orde van de ontwikkeling van de productiekrachten vertegenwoordigt en dat een nieuw systeem, het socialisme, op weg is om het te vervangen. De Oktoberrevolutie opent dus "een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de mensheid". Ze kenmerkt de ontbinding van het kapitalistisch systeem. Dat kan tijd kosten, maar ze is uiteindelijk onvermijdelijk. … Door de socialistische revolutie wordt de algemene crisis van het kapitalisme permanent. Alleen de fases van deze ontbinding verschillen.
In 1960 definieert Draguilev, een sovjetcommunist, de essentiële kenmerken van de algemene crisis van het kapitalisme: "Het eerste en voornaamste kenmerk van de algemene crisis van het kapitalisme is dat met de overwinning van de grote Oktoberrevolutie de wereld zich gesplitst heeft in twee tegengestelde systemen: het zich ontwikkelende socialistische systeem en het kapitalistische systeem in ontbinding. De verdeling van de wereld in twee systemen is het belangrijkste kenmerk van de algemene crisis van het kapitalisme; het vormt de hoofdinhoud van de wereldgeschiedenis sinds de grote socialistische Oktoberrevolutie."
Hij voegt er vier andere kenmerken aan toe: 1. Het uiteenvallen van het koloniaal systeem van het imperialisme door de ontwikkeling van de nationale bevrijdingsbewegingen. 2. De chronische inkrimping van de afzetmarkten voor de waren die het kapitalisme produceert.
3. De chronische onderproductie van de kapitalistische ondernemingen, wat wij de structurele overcapaciteit noemen. 4. Het permanent bestaan van een industrieel reserveleger (van werklozen).
Het revisionisme ontwikkelde de opvatting dat het socialisme noodzakelijkerwijs van succes naar succes zou gaan en dat het kapitalisme altijd dieper zou wegzinken in zijn tegenstellingen. Draguilev deelt dit standpunt. Als het socialisme overwinning op overwinning haalt, is het niet langer nodig de klassenstrijd te voeren, noch binnen de USSR, noch tegen de imperialistische krachten.
Maar dit heeft tot gevolg dat de algemene crisis van het kapitalisme zou verdwijnen of op zijn minst sterk zou afzwakken met de uitschakeling van het socialistische kamp en de restauratie van het kapitalisme in de USSR en in Oost-Europa. Maar we stellen juist het tegenovergesteld vast…..
Het verdwijnen van de USSR moest inderdaad het oorlogsgevaar uitschakelen maar de imperialistische machten hebben twee keer Irak onder bommen bedolven en ze hebben hun legers ontplooid in het vroegere Joegoslavië. De economische crisis had moeten verdwijnen door de integratie van de nieuwe markten in Oost-Europa en gedeeltelijk in China. Maar tussen 1991 en 1993 hebben alle ontwikkelde kapitalistische landen een recessie gekend. Japan raakt er niet meer uit. En vandaag treft de recessie de helft van de planeet en klopt ze aan de deur van de Verenigde Staten en Europa.
Dat brengt ons ertoe het vraagstuk van de ontbinding van het kapitalistische systeem en dus van de algemene crisis te herzien. Waarschijnlijk hebben de interne aspecten van het kapitalisme meer belang dan de communisten vroeger dachten en heeft het losscheuren van de socialistische landen van het imperialistische wereldsysteem een groter politiek belang. Dit losmaken heeft zich vooral afgespeeld na een oorlog die enorm veel productiekrachten heeft vernietigd. De impact van het inkrimpen van de kapitalistische markt werd grotendeels gecompenseerd door de noden van de heropbouw.
Als de algemene crisis van het kapitalisme meer verbonden is met de ontwikkeling van zijn interne tegenstellingen, moet een essentiële plaats worden ingeruimd voor de structurele economische crisis. ….
Nog duidelijker: de structurele crisis vormt het economische aspect van de algemene crisis van het kapitalisme, want zij versnelt zelf het ontbindingsproces van het kapitalisme. Dit is van enorm belang om de huidige situatie te begrijpen.

De structurele economische crisis duikt een eerste keer op tussen 1873 en 1895. Zij brengt geen echte algemene crisis mee, want het kapitalisme vormt zich om in imperialisme en veralgemeent zich over de hele wereld. De tegenstellingen van het systeem worden tijdelijk opgelost door ze op een hoger niveau te reproduceren. In feite lopen zij uit op een jacht naar kolonies door de imperialistische grootmachten, op de verdeling van de wereld in invloedssferen en op de Eerste Wereldoorlog.
De algemene crisis van het kapitalisme begint, zoals Stalin schrijft, juist op dat ogenblik. Het kapitalisme laat zijn tegenstellingen ontploffen. De arbeiders walgen van dit systeem dat hen de dood indrijft in het belang van de veroveringen van de burgerij. Een eerste revolutionaire golf komt op gang. De USSR komt hieruit voort. Andere pogingen mislukken in Hongarije, in Duitsland, enz. Deze etappe eindigt rond 1923, wanneer het duidelijk wordt dat de mogelijkheden om het kapitalisme omver te werpen zich voorlopig niet meer kunnen doorzetten. De tweede fase vangt aan. Zij bereikt haar volle omvang met de economische crisis van de jaren dertig, het opkomen van het fascisme als de openlijke en barbaarse dictatuur van de burgerij, en de Tweede Wereldoorlog.
Zij eindigt in het midden van de jaren vijftig. …
Wij kiezen 1953 als startdatum voor deze nieuwe etappe. Vooreerst omdat… het een feit is dat dan de revolutionaire perspectieven zijn weggeëbd in Europa en in Japan. Ten tweede is de economische en politieke stabilisatie een feit. Economisch gezien haalt Japan in 1952 als laatste land het vooroorlogse productieniveau. Vanaf dat ogenblik zullen de ontwikkelde kapitalistische landen de belangrijkste economische groei uithun geschiedenis kennen….Politiek gezien eindigt in 1953 officieel de oorlog in Korea. De essentiële afbakening van het socialistische en kapitalistische kamp ligt dan vast voor twintig jaar.
Ten derde wordt de strijd om de derde wereld van essentieel belang. Om hun economie terug op te starten, gebruiken de Verenigde Staten vooral twee middelen: de militarisering van hun economie en de vergrote plundering van de derde wereld. De Verenigde Staten worden meer en meer van het buitenland afhankelijk voor hun bevoorrading in grondstoffen. De Amerikaanse groei is gebouwd op de petroleumenergie die hun multinationals over heel de wereld controleren. De prijs van een vat ruwe olie blijft stabiel op een heel laag niveau van 1950 tot 1970. De van het buitenland afkomstige winsten van de Amerikaanse firma’s worden van cruciaal belang. Ze vertegenwoordigen 10% van de totale winsten in 1950, 21,6% in 1965 en 24,6% in 1973. De derde wereld heeft hierin een essentieel aandeel. De winstvoet van de Amerikaanse ondernemingen in die arme landen bedraagt 25,3% in 1973 tegen 14% in de ontwikkelde landen.
Om deze plundering in stand te houden steunt Washington alle militaire dictaturen. …
Zo verslechteren de economische voorwaarden voor de derde wereld: de arbeiders worden meer en meer uitgebuit en onderdrukt door harteloze dictaturen, gefinancierd door de Verenigde Staten. De revolutionaire bewegingen blijven permanent aanwezig en zijn zeer actief. Ze brengen harde slagen toe aan het imperialisme in Afrika. In Cuba verjagen zij dictator Batista die heult met Washington. In Indochina verjagen zij de Amerikaanse legers in 1975.
Het socialisme breidt zich uit. De tegenstelling tussen kapitalisme en socialisme wordt op een hoger niveau gebracht, dat kan beschreven worden als "Koude Oorlog". Maar terzelfdertijd is de communistische beweging verdeeld. Het revisionisme, dat wil zeggen het opgeven van de marxistisch-leninistische principes, wordt ingeluid door Tito in Joegoslavië in 1948. Chroesjtsjov veralgemeent het in het vaderland van het socialisme in 1956. China en Albanië verzetten zich tegen deze oriëntering.
In 1975 eindigt deze fase. Vanaf dat ogenblik neemt de revolutionaire golf af. Het revisionisme domineert de communistische beweging en holt ze uit door het ophemelen van het pacifisme in de klassenstrijd van de mogelijkheid om het socialisme in te stellen langs vreedzame weg. Dit veroorzaakt de val van het socialisme in de USSR en in Centraal-Europa. Heel wat revolutionaire partijen raken hierdoor in verwarring. Anderen doeken zichzelf op. De antikapitalistische druk in de derde wereld zal enige tijd worden afgeremd.
Maar anderzijds begint de structurele economische crisis, want het kapitalisme, en meer in het bijzonder het overheersende kapitalisme van de Verenigde Staten, heeft de wereld in steeds sterkere tegenstellingen gestort. Het monetaire systeem ontploft. De landen van de derde wereld komen in opstand en verhogen de prijzen van de grondstoffen, zoals de OPEC-landen (Organisatie van olieproducerende landen). Sedertdien volgt Washington een strategie om nog sterker als vroeger de wil tot onafhankelijkheid van de arme landen te breken. Zij gebruikt hiervoor de internationale organisaties, zoals het IMF, de Wereldbank, enz. Zij grijpt de val van het socialisme in de USSR en in Oost-Europa aan om deze essentiële strategie voor de kapitalistische accumulatie in het geheel van de rijke landen door te drukken.
De concurrentie tussen Amerikaanse, Europese en Japanse monopolies woedt in alle hevigheid. De economische overheersing van de Verenigde Staten, bijna onbetwist sedert 1945, wordt in vraag gesteld. De inter-imperialistische tegenstellingen worden heftiger, vooral tussen de grote ondernemingen van eenzelfde sector. De Amerikaanse staalnijverheid legt het protectionisme op om een invasie van Japanse producten te vermijden. De Europese en Amerikaanse auto-industrie blokkeert de invoer van Japanse wagens. De Amerikaanse producenten van halfgeleiders eisen in Japan het recht op minstens 20% van de markt, wat hen toelaat de eerste plaats in de wereld te heroveren. De Europese en Japanse landbouw verhinderen de toevloed van levensmiddelen van de Amerikaanse multinationals van de agro-business; deze oefenen op hun beurt alle denkbare druk uit om deze dammen aan hun expansie te doen springen. Op cultureel vlak wil Europa en meer in bijzonder Frankrijk, het overspoelen van de Westerse landen door Amerikaanse producten verbieden, enz. Deze toenemende commerciële conflicten en de steeds heftigere woordenschat zijn de voorbode van nog sterkere tegenstellingen die zich slechts kunnen oplossen in een oorlog.
De structurele economische crisis verscherpt de drie tegenstellingen tussen kapitaal - arbeid, tussen imperialisme - derde wereld en tussen de verschillende imperialismen. Zelfs de tegenstelling tussen kapitalisme en socialisme blijft bestaan. 1975 vormt dus wel degelijk het begin van een nieuwe, vierde fase van de algemene crisis van het kapitalisme; zij moet uiteindelijk tot een nieuwe opstoot van de revolutionaire bewegingen in de wereld
leiden. De Indische communisten verantwoorden deze keuze als volgt: "Ons besluit volgens hetwelk de derde fase van de algemene crisis van het kapitalisme begon in 1975 was gebaseerd op de zekerheid dat een Derde Wereldoorlog op til was en dat dergelijke oorlog onvermijdelijk aanleiding moest geven tot een derde lichting van revoluties." Wij sluiten ons hierbij aan. Maar daarvoor moeten wij de huidige situatie onderzoeken.

5. De plaats van de huidige economische crisis
De huidige structurele economische crisis barst uit in 1973. Sinds toen geraakt de wereldburgerij er niet meer uit. De conjuncturele crisissen volgen elkaar op: in 1973-1974, in 1979-1982, in 1991-1993 en nu sedert 1997. Alle tegenstellingen van het kapitalistisch systeem verscherpen. De algemene crisis van het kapitalisme verdiept.

5.1. De kapitalistische uitbuiting vergroot[1]
De patroons voeren de uitbuiting van de arbeid steeds verder op om zo de meerwaarde te vergroten die ze zich kunnen toe-eigenen. Zij proberen de arbeidsdag te verlengen door overuren op te leggen. Ze blokkeren de lonen en verminderen het indirect loon dat de sociale zekerheid financiert. Ze vergroten de productiviteit en verhogen het werkritme. Ze rationaliseren voortdurend de productie.”[2]

De ervaringen van een groot deel van de arbeidersklasse leidt ze tot de inzichten geformuleerd in deze laatste zinnen. Het is aan de communisten om deze inzichten te verfijnen. Het kapitalisme, dat in een steeds verdiepende algemene crisis zit, met een chronische overcapaciteit en met een verscherping van alle tegenstellingen, reageert met steeds grotere overnames, fusies en/of failissementen en een constant en globaal opdrijven van de uitbuitingsgraad. DIT DE ESSENTIE van wat de burgerij “herstruktureringen”noemt. De communisten hebben de taak deze inzichten waardoor grote delen van de arbeidersklasse door eigen ervaring al toe komt, te verfijnen en op een hoger niveau te brengen: de enige oplossing is revolutie, omverwerping van het kapitalisme en zijn instellingen en de opbouw van het socialisme.

“De mogelijkheden tot strijd en revolte tegen deze onrechtvaardige en mensonwaardige situatie voor de arbeiders verhogen dus sterk met de crisis. Want vooreerst vechten de arbeiders tegen het onrecht dat zij ondergaan. Ten tweede bevindt iedereen zich meer en meer in dezelfde situatie als een marionet in de handen van de multinationals. "Als dat een moderne fabriek als Renault Vilvoorde kan overkomen, zei men na de aankondiging van de sluiting in februari 1997, kan dat ook bij ons gebeuren." De stakingen tegen de onderaanneming bij General Motors in de Verenigde Staten en tegen het opdoeken van werkplaatsen bij Hyundai in Korea hebben internationaal een grote weerklank gevonden. De eerste tegenstelling, deze tussen de kapitalisten en de arbeiders, verdiept met de economische crisis.
5.2. De plundering van de derde wereld verscherpt
De wereldburgerij moet altijd meer meerwaarde uit de derde wereld persen om haar accumulatie te voeden.
Vooreerst gebeurt dit door de verhoogde uitbuiting en de veralgemeende plundering van de grondstoffen. Bijna alle derdewereldlanden stikken onder de schuldenlast. Internationale instellingen zoals het IMF, de Wereldbank of de Wereldhandelsorganisatie eisen de opening van de grenzen voor het multinationale kapitaal, de stopzetting van de sociale uitgaven die ietwat de ellende van de werkers konden verzachten en de privatisering. In meerdere van deze landen wordt de president verkozen bij verkiezingen, maar in werkelijkheid zijn het deze instellingen die het land
leiden in naam van banken en multinationals en van Westerse en Japanse regeringen. De huidige hulp om landen zoals Thailand, Indonesië, Zuid-Korea, Rusland en Brazilië die tot over hun oren in de schulden zitten, te redden en die nog meer arbeiders in de armoede duwen, wil in werkelijkheid het internationale financiële systeem en de imperialistische landen beschermen tegen de crisis.
Verder schakelen ze ook hun potentiële concurrenten in de derde wereld uit. De patroons uit Oost-Azië draaien op voor de programma’s die het Internationaal Muntfonds heeft gelanceerd na de Aziatische crisis. De chaebols, de Zuid-Koreaanse groepen zoals Hyundai, Samsung, Daewoo of LG (Lucy Goldstar) die zich snel hebben ontpopt als de evenknie van Westerse en Japanse multinationals, worden verplicht een groot deel van hun activiteiten af te stoten. Er waren vijf autoconstructeurs, er mogen er maar twee overblijven: Hyundai en Daewoo. Het aantal elektronicafabrikanten wordt herleid tot drie: Hyundai, Samsung en LG. De helft van de filialen van deze chaebols worden ofwel opgedoekt, ofwel verkocht.
Hetzelfde gebeurt in de andere landen. Zo wordt het project om een nationale wagen te produceren in Indonesië gewoonweg geschrapt door de beslissingen van het IMF dat de bevelen opvolgt van de Westerse bankiers. Dit heeft trouwens de economische basis van de politieke macht van dictator Suharto ondergraven; de CIA had hem geïnstalleerd in 1965 en hij is verantwoordelijk voor de moord op minstens een half miljoen progressieven en communisten. De familie Suharto had vanuit haar machtspositie een rijk opgebouwd dat alle takken van de Indonesische economie omvatte. Zij kon de
massa’s kalmeren en in slaap wiegen omdat zij met staatssteun tegen lage prijzen rijst leverde aan de bevolking. Maar het IMF heeft deze staatssubsidies verboden. De arbeiders hebben hierdoor deze voedselbron verloren. Zo komt het dat het aantal armen in dit land zal stijgen van 20 tot 80 miljoen.
Tenslotte proberen de imperialisten elke contestatie in de derde wereld uit te schakelen om alle weerstand tegen de overheveling van rijkdommen naar de rijke landen te vermijden. Dat gebeurt door bijvoorbeeld de prijzen van de grondstoffen permanent laag te houden. Dit verklaart de Engels-Amerikaanse aanval tegen Irak, een belangrijke olieproducent, in december 1998. Dit land kon een model zijn voor een autonome ontwikkeling op een ogenblik dat het imperialisme precies meer volgzaamheid eist van de derde wereld. Maar terzelfdertijd heeft deze barbaarse misdaad een heftige oppositie losgemaakt in de meeste landen van de derde wereld, vooral in de Arabische wereld. Het imperialisme probeert ook de nationale bevrijdingsbewegingen in de landen van de derde wereld uit te schakelen, meer in het bijzonder in die landen waar zij de wapens opnemen zoals in
Colombia, Peru, Turkije, India of in de Filippijnen. Dat bewijst hoe objectief gezien de tweede tegenstelling, de tegenstelling tussen de arme landen en het imperialisme, alleen maar groter kan worden. Dat is onvermijdelijk omdat de belangen van de imperialisten regelrecht botsen met de rechtvaardige noden van de bevolking.[3]

Het is de taak van de communisten, werkzaam BINNEN de arbeidersklasse en tegelijk inwerkend van BUITENAF om de eerder vermelde inzichten waartoe de arbeidersklasse voor een deel al door eigen ervaring komt, wat betreft tegenstellingen die het kapitalisme niet meer kan oplossen, te VERBINDEN met de hier juist boven vermelde analyse over de verscherping van tegenstellingen in het kapitalisme In plaats van een oproep tot solidariteit of steun met verdrukten elders in de wereld, moet de arbeidersklasse tot het inzicht gebracht worden dat de beste “steun” of “solidariteit” met werkers elders in de wereld getroffen door het kapitalisme is, het zelf doorvoeren van omverwerpen van het kapitalisme en de uitbouw van het socialisme in de EIGEN REGIO waar men leeft en werkt.

5.3. De wil om het socialisme definitief te vernietigen, vergroot
Voor de burgerij moeten de socialistische experimenten zo snel mogelijk verdwijnen. Dat is de logica zelf. Enerzijds om hun voorbeeld te doen verdwijnen en anderzijds om markten te scheppen voor de kapitalistische waren. De patroons hebben al geprobeerd het socialisme in de Sovjet-Unie en in Centraal-Europa omver te werpen. Zij gebruiken hiervoor permanent twee tactieken: infiltratie van de socialistische landen en integratie van deze landen in de wereldmarkt enerzijds; isolatie en marginalisering, en zelfs militaire vernietiging, anderzijds.
Die eerste politiek wordt eerder gevolgd tegenover
China, een land met een enorme markt met meer dan een miljard consumenten. De hindernissen die het kapitalisme in de weg worden gelegd om het Middenrijk binnen te dringen, zijn evenveel remmen voor de patronale accumulatie. Voor de meeste grote ondernemingen vertegenwoordigt China een van de voornaamste toekomstmarkten. De meeste hebben er trouwens al een voet in huis. Maar bijna al deze kapitalisten beklagen zich over de moeilijkheden om vette winsten te realiseren en die over te hevelen naar de kapitaalbezitters.
Cuba en Noord-Korea zijn twee boegbeelden die het imperialisme zo snel mogelijk wil zien verdwijnen. Zij hopen deze landen uit te schakelen door de verscherping van het embargo en het isolement.
De derde tegenstelling, die tussen kapitalisme en socialisme, verscherpt zich dus met de economische crisis. Enerzijds verhoogt de noodzaak voor de kapitalisten om het socialisme uit te schakelen. Anderzijds toont het kapitalisme, verstrikt in de eigen tegenstellingen, steeds meer zijn beperkingen. Daardoor vergroot ook de noodzaak om dit systeem omver te werpen en te vervangen door het socialisme. Maar we kunnen niet ontkennen dat de val van de Berlijnse Muur een zware slag was voor de revolutionaire beweging in de hele wereld.

5.4. De conflicten tussen imperialisten verscherpen zich
Tenslotte nemen ook de tegenstellingen tussen de imperialisten onderling toe. Natuurlijk is de wereldburgerij het eens over de manier om de drie eerste tegenstellingen op te lossen. Zij is voor een grotere uitbuiting van de arbeiders, zij wil een grotere meerwaarde uit de derde wereld persen en zij wil komaf maken met de voorbeelden van socialisme. Maar wie zal daarvan profiteren? Hier komt de strijd tussen de monopolies en tussen de staten die hen steunen op de proppen. Door de economische crisis krimpt de taart waarvan elke kapitalist een groter deel wil hebben ten koste van zijn concurrenten. Dit conflict kan gewelddadig vormen aannemen en met militaire middelen zijn beslag krijgen zoals tijdens beide wereldoorlogen.
Het geval van Irak is opnieuw tekenend. Europa gaat akkoord met de Verenigde Staten om zijn inkomsten te vergroten op de rug van de derde wereld. Daarover zijn ze het roerend eens. Maar Europa ziet de Amerikaanse tussenkomst als een poging om de hegemonistische visie van de Amerikanen aan de hele planeet op te leggen. Terzelfdertijd ziet het de mogelijkheid om zich in dat gebied in te planten ten koste van de Engelse en Amerikaanse multinationals. Daarom steunen zij over het algemeen niet de militaire acties van
Clinton. Zo toont Europa haar oppositie tegen de Amerikaanse hegemonie en biedt zij zich aan als een potentieel alternatief, als een zachter en minder oorlogszuchtig imperialisme (wat zeker niet waar is, denk maar aan de manier waarop de Europese landen de wereld gekoloniseerd hebben). Aan de andere kant bereidt zij het terrein voor om binnen te dringen op de petroleummarkten van het Midden-Oosten. De Franse multinational Total heeft al een concessie in Iran gekregen en sloot een akkoord met Irak. Op die manier hoopt Europa op termijn Washington te vervangen in deze zone die sinds 50 jaar onder Amerikaanse controle staat. Zo verscherpen de tegenstellingen tussen de imperialistische landen met de economische crisis.

5.5. De huidige situatie is explosief
Vandaag bevindt het kapitalisme zich in een kritische situatie. …
Zoals in 1924, toen Varga de nakende crisis in de Verenigde Staten aankondigt, mogen wij veronderstellen dat de Amerikaanse economie niet zal blijven groeien. Het belang van de financiële markten en hun groei terwijl de winstperspectieven van de ondernemingen zakken, kunnen tot een beurskrach
leiden vergelijkbaar met die van 1929. En als dit het geval is, zal dat even dramatische effecten hebben als in de jaren ’30. De Amerikaanse economie leeft op het scherp van het mes. Zij wordt aangezwengeld door de consumptie van particulieren. Maar dezen, en zeker de rijksten, steunen zich op hun financiële bezittingen om te lenen en te kunnen consumeren. Als de aandelenkoersen dalen worden zij insolvabel en dat zal de consumptie afremmen. Dan daalt het BBP van de Verenigde Staten en ze zullen de hele wereld in een recessie meeslepen. Zoals Varga in 1924 kunnen wij niet met zekerheid voorspellen wanneer de crisis volledig zal uitbarsten. Maar wij weten dat zij nabij is en dat zij een situatie zal veroozaken die sterk gelijkt op die van de jaren ’30.
De imperialistische wereldoorlog, als resultaat van de steeds scherpere tegenstellingen in de schoot van het systeem, is nauw verbonden met de algemene crisis van het kapitalisme. De arbeiders en de volkeren worden er zich sneller van bewust dat dit systeem geen toekomst biedt. De oorlog verzwakt tegelijkertijd het kapitalisme. Hij geeft aan de arbeidersklasse de kans een zegevierende strijd te voeren voor de omverwerping van het kapitalisme. Deze mogelijkheid is des te groter omdat de tegenstellingen overal uitbarsten en de burgerij verplicht is tegen elke verzetshaard op te treden. Zo moeten we trouwens de socialistische revolutie op wereldvlak bekijken: iedere strijd van het proletariaat brengt de burgerij een slag toe; iedere overwinning buit de verzwakking van de kapitalisten uit en versterkt de arbeidersklasse. Iedere overwinning van de arbeiders verscherpt nog de algemene crisis van het kapitalisme.[4]

Ik meen dat Thomas Gounet hier even mechanisch is (en dus niet dialectisch) als hij Daguilev aanwrijft. Ik meen dat als doorheen de klassenstrijd, de INZICHTEN en het POLITIEK BEWUSTZIJN stijgt van grote delen van het proletariaat en als dit wordt gematerialiseerd in een naar inhoud radikalere en naar vorm massalere organisatie van de massa der werkers dat er inderdaad klappen aan de burgerij worden uitgedeeld. Hierin speelt dan de rol van de communistische partij als voorhoede van de arbeidersklasse.

De imperialistische wereldoorlogen hebben het vaakst geleid tot overgang naar het socialisme. De Sovjet-Unie is voortgekomen uit Eerste Wereldoorlog. Alleen het verraad van de sociaal-democratische leiders in Hongarije en Duitsland heeft verhinderd dat deze landen dezelfde weg opgingen. In de Tweede Wereldoorlog hebben de landen van Oost- Europa, China, Korea en Vietnam zich losgemaakt uit het kapitalistische systeem. Daarom is het interessant na te gaan welke perspectieven vandaag voor handen zijn bij een wereldconflict. Vooral nu de burgerij niet ophoudt uit te bazuinen dat met het einde van het socialisme in de Sovjet-Unie ook het oorlogsgevaar verdwenen is.
6.1. De structurele crisis drijft naar een wereldoorlog tussen imperialisten
De economische crisis vergroot alle tegenstellingen op wereldschaal. Dat geldt ook voor de interimperialistische tegenstellingen. Doordat de taart verkleint, wordt de strijd voor elk deel ervan heviger. Dat verklaart de steeds groeiende commerciële conflicten tussen de Verenigde Staten, Europa en Japan. Op die basis stevent de wereld af op een nieuw veralgemeend conflict. In een wereld waar de markten in grote mate verdeeld zijn, kan voor een land en de nationale monopolies de oplossing voor de crisis maar gevonden worden op de rug van de concurrerende landen. Tenslotte zal dat uitlopen op een nieuwe imperialistische wereldoorlog.
Nochtans zijn er verschillende redenen waarom dit nog niet op korte termijn zal gebeuren.”[5]

Door het feit dat Thomas Gounet een marxistische concrete analyse maakt over de algemene crisis van het kapitalisme en zijn concrete actuele kenmerken en dat hij NIET een analyse maakt om te komen tot een concreet programma van een communistische partij als basis voor een concrete strategie is het logisch dat hij bovenstaande “bedenking”maakt. Verderop voegt hij er wel aan toe: Maar deze situatie kan snel omslaan…. Want hierbij speelt de rol van de ontwikkeling van de klassenstrijd en het bewustzijn dat de massa`s in klassenstrijd ontwikkelen. En HIER speelt de subjectieve rol van de communisten. En dit wordt vastgelegd in… een programma, een strategie… en de uitbouw van een voorhoedeorganisatie die die strategie gaat doorvoeren. Aan het eind van zijn artikel verbindt hij zulke conclusies aan zijn analyse… maar in algemene bewoordingen. Want anders zou hij als kader van de PVDA moeten ingaan TEGEN de heerselden opportunistische lijn. En die stap kan, wil of mag hij (nog) niet maken. Want het verscherpen van de tegenstellingen binnen het kapitalisme kunnen versneld worden doordat op bepaalde plaatsen in de wereld, bijvoorbeeld in Europa, de arbeidersklasse eerder (door inwerking van de communisten) tot de inzichten komt om de strijd aan te gaan met het kapitalisme zelf. Zo’n bewuste daad kan de oorzaak zijn van “een snel omslaan van de situatie”, waardoor alles in een stroomversnelling komt.

“ Ten eerste zijn de interimperialistische tegenstellingen nog niet diep genoeg. Alhoewel de structurele crisis aanhoudt, heeft ze toch nog geen verstoringen in de patronale accumulatie teweeggebracht zoals in de jaren ’30. …
Maar deze situatie
kan snel omslaan met de huidige conjuncturele crisis. In dat geval kan de productievermindering belangrijk zijn en dat kan een nieuwe opstoot van conflicten tussen de Verenigde Staten, Europa en Japan veroorzaken. Eerst en vooral op commercieel vlak; wij zien er vandaag de voorbodes van. Vervolgens op politiek en militair vlak.
Ten tweede beschikt
Washington vandaag over en onbetwist overwicht op politiek en militair vlak. Sedert 1945 heeft de Amerikaanse staat haar wil aan de hele planeet opgedrongen. Zelfs bij de aanval op Irak in december 1998 permitteren de Verenigde Staten het zich alle internationale regels, die zij zelf uitgevaardigd hebben, aan hun laarzen te lappen. Op commercial niveau richten de VSA een nieuwe wereldorganisatie voor de handel op om de warenuitwisseling te organiseren op basis van vrije concurrentie. Maar zelf nemen zij unilaterale vergeldingsmaatregelen tegen een land dat volgens hen de belangen van de Amerikaanse firma’s schaadt door een al te agressieve invoer in de Verenigde Staten. Dat is de Super 301 die regelmatig wordt bovengehaald tegen Japan, China, Brazilië, India en Rusland. Nooit hebben Japan en Europa, of een van zijn lidstaten, een dergelijke niveau bereikt. …Europa is te jong om nu al de wereld te leiden. Bovendien zijn er nog te veel twistpunten tussen de lidstaten om zich nu al werkelijk op te werpen als een echt alternatief voor de Amerikaanse macht.
Ook op militaire vlak beschikken de Verenigde Staten als enige over een indrukwekkend arsenaal. Daarmee kunnen zij tussenkomen in gelijk welk punt op de wereldbol, zoals de aanvallen op Irak en Soedan bewijzen. Daartegenover is het Duitse en Japanse militaire potentieel zwak. Maar de uitbouw van een leger
kan erg snel gebeuren. Maar de Verenigde Staten zullen toch het voordeel behouden dat ze hun militaire krachten al vele jaren hebben opgebouwd en ingezet in talrijke conflicten en waarin zij ervaring hebben opgedaan.

6.2. De gevaren op een imperialistische oorlog op korte termijn
Om deze redenen komt het nog niet onmiddellijk tot een nieuwe wereldoorlog tussen de imperialistische machten. Maar wie had in 1929 kunnen voorzien dat de volgende planetaire uitbarsting Duitsland, Italië en Japan zou stellen tegen Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten? De basis voor een dergelijke interimperialistische oorlog in een niet te verre toekomst is vandaag ingebakken in de structurele economische crisis. En tezelfdertijd tekenen de voorwaarden voor een nieuwe revolutionaire golf zich af, zowel in de landen van de derde wereld als in de rijke landen.
Op kortere termijn zit het gevaar voor een imperialistische oorlog in vier punten die onderling kunnen samenvallen.
Vooreerst is er de wil van de wereldburgerij en van de Verenigde Staten in het bijzonder om alle opstandige staten zoals
Cuba, Noord-Korea of Irak te vernietigen. Daarbij worden niet alleen militaire middelen gebruikt. Maar deze blijven een belangrijk instrument van de Amerikaanse politiek.
Ten tweede zijn er de strategische plaatsen, vooral waar er beslissende grondstoffen aanwezig zijn zoals olie. Het behoud van de controle over deze gebieden blijft een belangrijke militaire optie van de Verenigde Staten. Dat geldt voor het gebied van Centraal Azië in de vroegere sovjetrepublieken. …
Washington is ongerust over deze situatie en de VSA willen het opkomen van een sterke concurrerende staat fnuiken; zij vrezen dat die Euro-Aziatische Balkan kan dienen om rivalen zoals Rusland en China te versterken.
Ten derde heeft Rusland veel van zijn pluimen verloren sedert Jeltsin aan de macht is. Maar het land blijft over zowel economische als militaire troeven beschikken. Het is niet uitgesloten dat de nieuwe Russische burgerij deze optie verkiest boven de huidige financiële maffia-activiteiten die heel het land verarmen. Ze zou het land op grote schaal kunnen militariseren, zich beroepen op de grootheid van de tsaren en de na de val van het socialisme verloren gebieden heroveren. Zij zou de weg kunnen inslaan die de Duitse patroons gevolgd hebben in de jaren ’30. Dat zou neerkomen op een permanente internationale oorlogsdreiging, want de andere imperialisten zullen nooit aanvaarden dat de opkomende Russische burgerij hun belangen aantast, vooral voor wat betreft de grondstoffen in de Kaukasus en in Siberië.
Ten vierde blijft
China een relatief gesloten markt voor de Westerse en Japanse producten. China neemt dikwijls onafhankelijke posities in op international vlak. De Verenigde Staten proberen China in het kapitalistische kamp te lokken via de integratie in de wereldeconomie. Maar Washington kan beslissen van strategie te veranderen en het proces versnellen door een militaire interventie. Het ontbreekt hiervoor niet aan voorwendsels. De Westerse media maken genoeg publiciteit rond wat zijn het "niet respecteren van de mensenrechten" noemen om dergelijke aanval te rechtvaardigen.
De potentiële conflicten zijn dus talrijk. Het is niet onmogelijk dat meerdere scenario’s zich tezelfdertijd afspelen. … Inderdaad, het kapitalisme probeert zijn tegenstellingen, zijn crisissen op te lossen door de markt uit te breiden. Dat verklaart zijn agressief karakter en en daarom provoceert het de verschrikkelijkste oorlogen die de mensheid ooit heeft gekend.

7. Het socialisme is het enige alternatief voor de arbeiders
"Het imperialisme is de prelude van de sociale revolutie van het proletariaat," schrijft Lenin. Omdat het een socialisering zonder weerga meebrengt van de productie. De ontwikkeling van het welzijn van de arbeiders hangt steeds meer af van de productie van de andere arbeiders. Een wagen is het werk van honderdduizenden, zelfs miljoenen arbeiders. Maar een handvol kapitalisten eigenen zich deze rijkdom toe en ze gebruiken deze voor hun accumulatiedrang en niet om de noden van de volkeren van de wereld te lenigen. Dit privé-bezit en de staat die het verdedigt omverwerpen zodat het productieapparaat in handen van de arbeiders komt, is een rechtvaardige sociale noodzaak. Want het imperialisme wakkert alle tegenstellingen van het kapitalistische systeem aan. Dit remt de groei van de productiekrachten. De structurele economische crisis toont dat. Daarom moet het kapitalisme vervangen worden door een systeem gebaseerd op de collectieve eigendom van de ondernemingen en de productiemiddelen.”[6]

Deze inzichten waartoe de arbeidersklasse, ondanks het mistgordijn van de ideologie van burgerij en reformisten zelf ook fragmentarisch komt, moeten bewuster en meer uitgediept worden gemaakt door de communisten, dus ondermeer dat de enorme SOCIALISERING van de produktie in steeds grotere tegenstelling komt te staan met het PRIVE-bezit van de productiemiddelen (en alles wat daarbij hoort: de steeds grotere CHAOS, oftewel het steeds groter ONVERMOGEN van het kapitalisme om enig maatschappelijk probleem of tekort op te lossen). We zullen zien dat op dit aspect, waar Lenin blijkbaar sterk de klemtoon legt, door Peter Mertens verwaarloosd wordt. Met al zijn encyclopedische kennis van Lenin leest hij DAAR over heen?!

“Het socialisme kan de mensheid uit de kapitalistische crisis halen. Gebaseerd op de collectieve eigendom streeft het naar het voldoen van de noden van de bevolking en niet naar winst voor kapitalisten. Het brengt de levensnoodzakelijke goederen binnen bereik van elke arbeider. De volledige voortgebrachte rijkdom gaat trouwens naar de werkende bevolking, hetzij onder een individuele vorm (levensmiddelen), hetzij onder een collectieve vorm die het sociaal welzijn garandeert (investeringen om de productie te verhogen, kinderopvang, ontwikkeling van onderwijs en geneeskunde, enz.). Door de planning kan men de slingerbeweging van voorspoed en crisissen, die de kapitalistische groei kenmerkt, vermijden. Zo kunnen de productiekrachten op een harmonische en veel snellere manier ontwikkelen dan onder het kapitalisme.
…Het socialisme is een noodzaak. Maar het zal niet vanzelf te voorschijn komen uit de algemene crisis van het kapitalisme.…
De revolutionaire beweging is teruggevallen met het revisionisme. Zelfs als objectief de tegenstellingen van het kapitalistisch systeem gegroeid zijn, dan bestaat er in veel gevallen geen communistische partij of is die te zwak om op een beslissende manier de strijd van de arbeiders en het volk te beïnvloeden. Het imperialisme
kan ook een lange periode van verrotting kennen, zonder werkelijke groei, maar ook zonder kracht die in staat is om het systeem echt omver te gooien.
Dat besloot in 1924 ook het Ve Congres van de Communistische Internationale op basis van de analyse van Varga. Zinoviev, de rapporteur, stelt: "Twee perspectieven zijn mogelijk. Het kapitalisme
kan nog vegeteren gedurende een relatief lange periode, zonder werkelijk te leven, maar ook zonder te sterven. Ofwel zullen de gebeurtenissen zich veel sneller afspelen, zal het kapitalisme veel vroeger in elkaar stuiken in bepaalde belangrijke landen en sneller degenereren in andere. De Communistische Internationale, die de wereldrevolutie organiseert, moet met die twee mogelijkheden rekening houden."
Wij moeten ons ook op die twee mogelijkheden voorbereiden. Maar in alle geval moeten wij uit alle kracht de revolutionaire organisaties versterken, te beginnen met de communistische partij. Dat vormt de beste bijdrage om de omverwerping van het kapitalisme versnellen.”[7]

Hier op het laatst maakt Thomas Gounet een kleine kapitulatie, maar stelt hij toch de juiste taken voor de communisten.
Want de taak van de communisten is niet IN DE EERSTE PLAATS: Wij moeten ons ook op die twee mogelijkheden voorbereiden. Nee, de EERSTE taak van de communisten is het bewustzijn van de massa`zo ver opvoeren ( en de manier waarop is juist de inzet van het ontwerpen van een concrete strategie), opdat de werkende massa`s NIET MEER TOESTAAN dat “Het kapitalisme kan nog vegeteren gedurende een relatief lange periode, zonder werkelijk te leven, maar ook zonder te sterven.”



lees verder in volgend artikel.

[1] In deze analyse past nu een stuk over de rol van de uitbouw van de Europese Unie inverband met het vergroten van de kapitalistische uitbuiting. Dezelfde auteur heeft in de Marxistische Studies hierover OOK al een concrete analyse geschreven. Deze analyse wordt niet gebruikt, en zelfs aan de kant geschoven, want was onder redactie van Nadine Rosa Rosso. De eerste zitting van het Zevende Congres van de PVDA in 2001 was een poging om het fundamenteel programma van de PVDA grondig te vernieuwen naar een concreet programma naar de socialistische revolutie in Europa…

[2] “De economische crisis van het kapitalisme”, Thomas Gounet, Marxistische Studies nummer 45 (1999). Zie op marx.be.

[3] idem.

[4] Idem.

[5] Idem.

[6] Idem.

[7] Idem.

Geen opmerkingen: