zaterdag 9 februari 2008

Voorbeeld van revisionistische (pseudo-marxistische) analyse

De analyse van het socialisme in China door nationaal kader van de PVDA, Boudewijn Deckers

Onder leiding van Ludo Martens werden de partijleden van de Partij van de Arbeid van België, en de lezers van Solidair en van andere partijpublikaties, gevormd in marxistische inzichten inzake ontwikkeling van het revisionisme, het gevaar van revisionisme. De PVDA kon zo een rol spelen in de strijd tussen twee lijnen in de internationale communistische beweging. Het kon voorhoedestandpunten innemen inzake superieuriteit van het socialisme en zo anderen hiervan overtuigen.

Vijfde Congres, 1995, “Partij van de revolutie”

“De contrarevolutie in Oost-Europa en de Soviet-Unie, de verschuivingen in China, bewijzen dat men grote inspanningen moet doen, wil men de verschillende revisionistische en sektarisch-dogmatisch stromingen kennen en overwinnen en het marxisme-leninisme ontwikkelen….

Elke communist moet conclusies trekken uit de geleidelijke, langzame, onmerkbare ontaarding van de Communistische Partij van de Soviet-Unie. Vanaf Chroesjtjov hoorden de leden van die partij over niets anders spreken dan over “grote overwinningen” en heeft men alle waakzaamheid en kritische revolutionaire geest gedood. Voor de partij is het een goot voordeel dat zij diepgaand sommige zwakheden kan kritiseren vooraleer deze schade kunnen veroorzaken. Deze aanpak moet voorkomen dat het revisionisme de kop kan opsteken…..

Binnen de Partij van de Arbeid van België is eer een grote eensgezindheid over beslissende vraagstukken die tal van organisaties uit elkaar hebben doen spatten.

Deze eensgezindheid is tot stand gekomen doorheen ruime debatten; de reslutaten ervan zijn vastgelegd in definiteive documenten……

De analyse van de ontaarding van de Soviet-Unie is opgetekend in “USSR, de fluwelen contrarevolutie”…”

Het vierde Congres, 1990

“Het boek “De fluwelen contrarevolutie”… verwerkt… de analyses van het Vierde Congres van de Partij van de Arbeid, november 1990. 210 afgevaardigden namen er gedurende 6 dagen aan deel. Diepgaande discussies liepen uit op een kwasi-unanimiteit over onze analyse van de ontaarding in de Sovjet-Unie.”( 1 meispeech Ludo Martens, 1991)

Uit “USSR – De fluwelen contrarevolutie”, Ludo Martens, EPO, 1991

“…Een coherente visie kan slechts gevonden worden in de veelvormige strijd over heel de wereld tegen het imperialisme, dat hoogste stadium van het technologisch barbarendom. De ineenstorting van Oost-Europa bewijst dat het socialisme tegenover zo`n machtige en meedogenloze tegenstander slechts kan stand houden in de vorm van dictatuur van de werkers over de uitbuiters en dat het zich maar kan ontwikkelen door de klassenstrijd tegen de oude en nieuwe burgerij verder te zetten. Om zijn idealen, zijn levenskracht en zijn strijdlust te vrijwaren, moet het socialisme grootmoedig zijn en zich in dienst stellen van de nationaal-democratische, anti-imperialistischee en antifeodale revolutie in de Derde Wereld. Het is trouwens daar dat het zijn belangrijkste reserves en zijn toekomst zal vinden. En het socialisme kan de dreiging van interne ontaarding slechts afslaan en de ondermijning van buitenuit slechts tegengaan door aan de kant te blijven staan van de antikapitalistische en revolutionaire krachten in de industrielanden: daar wordt het onophoudelijk herinnerd aan wat een eventueel herstel voor de werkers inhoudt.…

Het ineenstorten van het socialisme in Roemenië toont op frappante wijze de correctheid van de analyse die Mao Zedong maakte in de loop van de jaren `60. Het revisionisme is de grootste bedreiging voor de dictatuur van het proletariaat. Het kan gebeuren dat en communistische partij in eigen rangen het bureaucratisme, het technocratisme, het zoeken naar privileges en de breuk met de massa`s ziet ontwikkelen. Als deze verschijnselen van verval niet uitgeschakeld worden, dan kan de partij van karakter veranderen en een burgerlijke partij worden. De strijd tussen de kapitalistische en socialistischt inzake economische ontwikkeling duurt voort tijdens heel de periode van de dictatuur van het proletariaat en het herstel van het kapitalisme blijft mogelijk. De partij moet voortdurend haar rangen zuiverenm haar revolutionaire geest bewaren en ze moet de massa1s aansporen haar zwakke punten aan te klagen. Om verschillende redenen heeft Mao Zedong het probleem niet kunnen oplossen. Maar hem komt de historische verdienste toe het correct gesteld te hebben.…

De aanvallen tegen het stalinisme zijn gericht tegen het socialisme
Wat hebben de talrijke auteurs die vandaag de sovjetpers beheersen tegen het stalinisme in te brengen? Twee hoofdthemas komen uit hun geschriften naar voren.
De belangrijkste misdaad van Stalin is dat hij de klassenstrijd gevoerd heeft……
De tweede misdaad van Stalin betreft zijn buitenlandse politiek…..
Sinds twee jaar stellen we vast dat Gorbatsjov op economisch vlak niets te zeggen heeft dat geïnspireerd is door het wetenschappelijk socialisme. Hij spreekt over de Nieuwe Economische Politiek van Lenin, los van elke historische context, om beter het geheel van de doctrine van lenin over de economie en de politiek te kunnen verwerpen. Zijn practische voorstellen zijn steeds duidelijker gericht op de privé-onderneming en de markt….
De grootste misdaad van Stalin bestaat hierin dat hij het privébezit uitgeroeid heeft…..”

Deze verworven inzichten onder leiding van Ludo Martens worden aan de kant geschoven door Boudewijn Deckers (nationaal kader nog in 2003, secretaris generaal van de PVDA in 2004)

Onder leiding van Boudewijn komt er in de PVDA, zoals dat toch blijkt in Solidair en andere publikaties, een vaagheid over de strijd tussen twee lijnen, de waakzaamheid voor, en het zich verwerven van inzichten in revsionisme en het innemen van standpunten als partij binnen de internationale communistische beweging. Gaat dit niet gepaard met een verlies aan bezorgdheid voor ontwikkeling van een lijn naar revolutie, het behoud en verbeteren van het socialistisch model in dat deel van de wereld waar men daar reeds aan begonnen is?
De weigering van Boudewijn om binnen de PVDA de strijd tussen twee lijnen te voeren, in de internationale communistische beweging geen initiatief te nemen in de strijd tegen het revisionisme en de blindheid voor duidelijk revisionistische ontwikkelingen in de CCP betekent een AANMOEDIGING voor de ontwikkeling van fractionisme. En dat terwijl Boudewijn het voortouw nam in de strijd tegen het fractionisme van voormalig algemeen secretaris Nadine Rosa Rosso !?

Door de promotie van “het beste van alle mogelijke werelden” inzake opbouwen van het socialisme, de politiek van de CCP in feite te erkennen als “marxistisch”, zonder te erkennnen, analyseren of bepalen hoe er een strijd tussen twee lijnen is BINNEN de CCP, en tegelijk te zeggen (op heel empirische wijze) dat het onmogelijk is te zeggen, waar het in China naar toegaat steunt hij, IN FEITE, een pro-Deng-Xiao-Ping fractie, WAARTEGENOVER natuurlijk de “herstel van het kapitalisme in China is een feit”-fractie zich zal ontwikkelen, BINNEN al degenen die IN FEITE, de revolutie zeggen te steunen en zeggen VOOR het socialisme te zijn!
Uit de lucht gegrepen, provocatorisch opzetten van de basis tegen de leiding, grofheid tegenover de PVDA-leiding, zegt u? Hieronder mijn argumenten.

De analyse van het socialisme in China van Boudewijn blinkt, volgens mij, uit in vaagheid en empirisme

Uit Marxistische Studies No 64, october-december 2003 (op marx.be):
“Boudewijn Deckers….(…)… antwoordt op een enkele vaak gestelde vragen over China. “

VRAAG: China kende de voorbije dertig jaar grondige hervormingen. Leidt dat niet tot een afwijking van het socialisme?”

Boudewijn: “Na de overwinning van de revolutie in 1949 haalden de geleidelijke collectivisering van de landbouw, de nationalisatie van de industrie en de planeconomie China uit zijn uiterst achterlijke toestand, althans tot op bepaalde hoogte. In twee decennia tijd maakte het land een onmetelijke vooruitgang mee. …
Begin jaren ’80 vond de Chinese Communistische Partij dat een versnelde ontwikkeling van de economie, die ze absoluut noodzakelijk achtte, onmogelijk te rijmen viel met de strikte principes van de collectivisering die tot dan toe heersten, ook al hadden die China stevige fundamenten gegeven….
“Om het socialisme op te bouwen in een arm derdewereldland is een zekere ontwikkeling van kapitalistische bedrijven normaal en noodzakelijk”. Onderzoekers van de CPC verwijzen naar de Nieuwe Economische Politiek van Lenin, die volgens hen de ontwikkeling van het kapitalisme toeliet na de ravages aangericht door de imperialistische oorlog van 1918-1921.
Wij kunnen onmogelijk alle aspecten van deze kwestie beoordelen. Wij weten niet waarom de ervaring van de industrialisatie, de collectivisering en de centrale planeconomie van de jaren ’30 in de Sovjetunie niet op een of andere manier van toepassing zou zijn voor China vandaag. We kunnen evenmin een volledige balans maken van de hele Chinese ervaring tot eind de jaren ’70, noch de latere trouwens.
Maar we moeten objectief blijven en de politiek van de CPC en van de Chinese regering goed leren kennen. We moeten zowel de problemen erkennen waarmee het land te kampen heeft als de onweerlegbare successen waar de hervorming toe geleid heeft.

Volgens Deng Xiaoping en andere belangrijke Chinese leiders had de CPC etappes willen overslaan, met een snelle, grootschalige collectivisering die niet overeenstemde met de achterlijke situatie van de productiekrachten. De socialistische collectivisering vereist een materiële basis, namelijk een omvangrijke industriële productie en een gemechaniseerde landbouw….”

Hier is Boudewijn een empirist. Er is genoeg materiaal over de geschiedenis van de Chinese revolutie aanwezig alleen al bij de PVDA zelf (waarvan hij zelf aan de wieg heeft gestaan van haar oprichting) om een historisch materialistisch onderzoek te doen om op zijn minst te kunnen zien of de officiele uitgangspunten van de huidige leiding van de CCP correct zijn en of hun verantwoording effectief marxistisch correct is. Of, als Boudewijn terecht bescheiden en niet vooringenomen wil zijn, kan hij dat weergeven als de mening van de PVDA over deze kwesties. Veel van de dokumenten waar ik mij op baseer, zijn ooit aangedragen door de PVDA, of heb ik gekocht op een 1 mei-feest, of geleend van partijleden.
Met de lessen van de teksten van het vierde congres van de PVDA in gedachten zou hij kunnen zien wat nu de “enkele fouten” van Mao (of van de vroegere leiding van de CCP) zijn, die Deng Xiao Ping zogenaamd heeft willen rechtzetten: bijvoorbeeld de “overdreven collectivisatie.”
Een studie over de geschiedenis van de Chinese revolutie leert dat die kleine maar essentiele “fout” was….. dat Mao (of dat de toenmalige overheersende lijn in de CCP) KLASSENSTRIJD voerde. Het standpunt dat Deng NU inneemt komt eigenlijk overeen met die van Lioe Sjausji, in de jaren 50 en
60. In DIE tijd VERDEDIGDE Deng echter de lijn die Mao voorstond TEGENOVER Lioe !! Ik pleit niet voor het toepassen van ANALOGIE (de geschiedenis herhaalt zich nooit identiek) maar herinnert u zich Chroetstjov die zich “stalinistischer”gedroeg dan Stalin zelf, TEN TIJDE van Stalin om na de dood van Stalin hem aan te vallen op……o.a. het voeren van de klassenstrijd ?!!!

In Solidair 6 juni `90, kaartte Ludo Martens een gelijkaardig opportunisme van Deng in 1989 aan: “Hu Yaobang en Zhao Zhiyang vormden de spilfiguren van een rechts revisionistische groep die in de periode 1981-1989 de orientatie bepaalde van de Chinese Communistische Partij. Zhao Zhiyang kon tot april 1989 rekenen op de steun van Deng Xiaoping. Hu Yaobang stapte af van de essentiële opvatting dat er tijdens de periode van de socialistische opbouw klassen en klassenstrijd blijven bestaan, Zhao Zhiyang was van oordeel dat China de socialistische planeconomie diende te vervangen door een markteconomie van het kapitalistische type. Deze sterk revisionistische stroming veroorzaakte diepe verdeeldheid in de Chinese KP. Ze was er ook de oorzaak van dat het socialisme geen noemenswaardig weerwerk kon bieden aan de ontwikkeling van de buitenlandse en binnenlandse kapitalistische krachten in China. …

Om de politieke botsing van mei-juni 1989 op het Tien An Men-plein te begrijpen dient men te weten dat er in januari 1987 een eerste beslissende wending plaats greep in de politiek van de CCP. De studentenbeweging van het jaar 1986, direkt geïnspireerd en geleid door Fang Lizhi, had de basis zelf van het socialisme in China aangevallen. Deng Xiaoping, die tot dan het beleid van Hu Yaobang goedkeurde, veranderde van kamp. Op 28 september 1986 verklaarde hij:”Gedachtenstromingen in Hong en Taiwan zoeken te strijden tegen de vier fundamentele principes en verdedigen de kapitalistische weg om de indruk te wekken dat het op deze manier is dat wij erin zullen lukken om het land te moderniseren. In feite komt die liberalisatie gewoonweg het kapitalisme te herstellen.(…)

De val van Hu Yaobang heeft de revisionistische kern aan het hoofd van de partij ernstig verzwakt. Niettemin deed Deng Xiaoping een andere vertegenwoordiger van deze zelfde stroming, Zhao Zhiyang, benoemen tot secretaris-generaal. Maar tijdens deze strijd hadden de posities van de linkerzijde in de partij een steeds grotere weerklank gevonden….”


Boudewijn: “…De Grote Culturele Revolutie (1966-1976) heeft ons, jonge westerse revolutionairen, de principes bijgebracht die aan de basis liggen van onze partij, zoals de kritiek op de hoofdkenmerken van het Chroesjtsjov-revisionisme, de omvorming van de wereldopvatting die voor communisten altijd noodzakelijk blijft, de band met de massa’s en zoveel andere. Dat neemt niet weg dat er in diezelfde periode belangrijke fouten gemaakt zijn in China zelf. Volgens de Chinese leiders vormde die periode het hoogtepunt van een voluntaristische en gauchistische politiek, die gepaard ging met verkeerde opvattingen van egalitarisme, een ontkenning van de slagzin van het socialisme “ieder naar zijn werk”. Er ging in die periode ook overdreven veel aandacht en energie naar de klassenstrijd terwijl de prioriteit onder het socialisme globaal genomen moet gaan naar de ontwikkeling van de economie. Je kunt de klassen immers niet uitschakelen binnen het kader van een achterlijke economie. Het doel van het socialisme is de mensen een steeds beter levensniveau te bezorgen. De CPC maakt de analyse dat geen enkele partij aan de macht kan blijven als ze die taak niet met succes volbrengt. …”

Kent Boudewijn nog de resolutie van de PVDA uit 1980?

In de brochure, “Nooit zal China een kolonie worden van Amerika” in 1990 die de PVDA verspreidde in de dappere campagne tegen de stroom in, van de hetze tegen het socialistisch China nav de gebeurtenissen op en rond het Tien An Men-plein publiceerde de PVDA een resolutie goedgekeurd door het Centraal Komitee op 29 maart 1980(inderdaad negentien TACHTIG):

“….De massabewegingen onder de studenten, scholieren en arbeiders hebben het ontstaan gegeven aan de basiskern van de PvdA. Onze solidariteit met de kulturele revolutie en met het socialisme in China heeft een belangrijke betekenis gehad voor de ontwikkeling van onze partij.

In het grote debat van 1963 heeft de Chinese partij de wezenlijke beginselen van het leninisme verdedigd tegen het revisionisme. Tijdens de kulturele revolutie heeft Mao Zedong het gevaar van de ontaarding van een socialistisch land beklemtoond en het beginsel uitgewerkt van de voortzetting van de klassenstrijd onder de diktatuur van het proletariaat…

De studie van deze teksten van de CKP heeft ons sterk geholpen om een meer diepgaand begrip van hel marxisme-leninisme te verwerven. "Leren van de Chinese Kommunisüsche Partij" was een korrekte oriëntatie, vooral in de jaren '60, toen het revisionisme de kommunistische wereldbeweging overspoelde en toen de nieuwe revolutionaire krachten een algemene ideologische basis zochten.

Om een echte revolutionaire partij in België op te bouwen, bestaat de essentiële taak erin zelf ervaring op te doen, zelf in de konkrete klassenstrijd een politieke lijn uit te werken, die beantwoordt aan de specifieke situatie van ons land en die gebaseerd is op de algemene waarheid van het marxisme-leninisme en het denken van Mao Zedong.

De PvdA is geen pro-Chinese partij, zoals wij ook geen pro-Joegoslavische of een pro-Koreaanse partij zijn. Wij hebben in het verleden de fout begaan om alle wendingen en wisselvalligheden in de politiek van de Chinese partij te "verantwoorden". Niemand kan van onze partij "verantwoording" of "uitleg" eisen voor deze of gene maatregel van de Chinese partij. Wij blijven leren van de Chinese partij, maar wij doen dit op een dialektische manier, ons baseren op onze eigen ervaring en overtuiging,

Wij zijn van mening dat de huidige grote oriëntaties van China juist zijn en overeenstemmen met het marxisme-leninisme en de gedachte van Mao Zedong.

1. De vier moderniseringen zijn het zwaartepunt van het werk van heel de partij en heel het land.

a. China zal erin slagen een ontwikkeld en modem socialistisch land te worden. China zal erin slagen een uitweg te tonen voor de ontwikkelde landen.

Momenteel bewijst China reeds voor alle landen van de derde wereld dat de enige uitweg die is van de socialistische revolutie.

b. China blijft de weg volgen van een harmonische ontwikkeling : het neemt de landbouw als basis, ontwikkelt de lichte industrie en neemt de zware industrie als leidende kracht.

c. China blijft in de eerste plaats op eigen kracht steunen, en neemt de buitenlandse hulp als steun,

d. Het doel van de vier moderniseringen : de materiële basis van de diktatuur

van het proletariaat versterken, welvaart brengen voor het volk, de superioriteit van het socialistisch systeem bewijzen en aldus de strijd van het wereldproletariaat stimuleren, de defensie-kapaciteit van de socialisme verstevigen, een groter hulp bieden aan de bevrijdingsstrijd van de mensheid.

2. De vier "principes waaraan men moet vasthouden" geven de juiste politieke oriëntatie aan.

a. China gaat verder op de socialistische weg en verwerpt elke kapitalistische weg.

b. De partij groepeert effektief de beste revolutionairen van het land en zij is de enige kracht die bekwaam is om de opbouw van het socialisme te leiden.

c. China oefent verder de diktatuur van het proletariaat uit tegen alle vijanden van het socialisme en zet de klassenstrijd tegen alle pro-kapitalistische tendenzen voort.

d. De partij en het volk verwerpen de demaoisering, steunen Mao Zedong en Tsjoe En Lai en studeren het marxisme-leninisme en de gedachte Mao Zedong.

3. China ontwikkelt de socialistische demokratie.

a. China vormt een bewijs van de superioriteit van de socialistische demokratie

boven alle vormen van burgerlijke demokratie- China experimenteert aktief met de volksdemokratie in de fabrieken en de staat,

b. Vele kaders hebben een bevrijde, dialektische. open en kritische geest

c. De partij en de massa's bestrijden aküef het burokratisme.

d. China versterkt de socialistische wettelijkheid om de demokratische rechten van het volk beter te garanderen.

4. China bezit een ware geest van proletarisch internationalisme.

a. China steunt elke strijd van de volkeren over de wereld.

b. China is tot elk offer bereid om de anti-hegemonistische en de antiimperialistische strijd te steunen.

c. China wil leren van de revolutionaire ervaring van het internationale proletariaat, het wil leren van de wetenschappelijke en kulturele kennis van de andere volkeren en ontwikkelt de vriendschap met alle volkeren ter wereld.

d. China is waakzaam tegenover de tendenzen van grootmacht-chauvinisme.


De kulturele revolutie was een historische gebeurtenis. De ontaarding van de Sovjet-Unie tot staatskapitalisme is de grootste katastrofe die de kommuiüstische beweging gekend heeft sinds haar ontstaan. De kulturele revolutie heeft voor de massa's het probleem gesteld van het gevaar van een kapitalistisch herstel. Wij denken dat men de nadruk moet leggen op de positieve aspekten, de verwezenlijkingen en de juiste stellingen van de kulturele revolutie. Wij denken dat het eenzijdig, anti-dialektisch, politiek verkeerd en schadelijk is voor de kommunistische beweging, om de kulturele revolutie te behandelen als een "zwarte periode", "fascistische diktatuur van de Vier". Gedurende heel deze periode hebben Mao Zedong, Tsjoe Eniai, Zu De, Ye Kien Yien, Li Qian Nian, Hwa Kwo Feng en anderen het land geleid en hun lijn overheerste ondanks de interferenties van Lin Biao en de Bende van Vier, die op sommige domeinen wellicht zeer ernstig geweest zijn.

1. Het moderne revisionisme moest bekampt worden. De ontaarding van de USSR werd maar duidelijk in '56-60. De openlijke polemiek had plaats in '63. Het was korrekt dat China in '66-'68 een grote massabeweging voerde om het verschijnen van het revisionisme in China te beletten.

2. Er waren ernstige uitingen van burokratisme, er waren "verantwoordelijken die de kapitalistische weg volgen".

3. Het was juist om zijn toevlucht te nemen tot de brede demokratie en tot een mobilisatie vanuit de basis.

4. Het marxisme-leninisme en de gedachte Mao Zedong werden gepropageerd en gestudeerd zoals nooit tevoren in enig land ter wereld.

5. Arbeiders, boeren en werkers zijn meer bewust dat zij de meesters van de straat zijn. De idee het volk te dienen heeft zich bij de intellektuelen en de kaders veranderd.

6. De kaders zijn verbonden met de massa's en onderworpen aan hun kontrole. Zij nemen deel aan de handenarbeid en vormen zich in de 7 mei-kaderscholen.

7. Het suivisme, de blinde gehoorzaamheid zowel tegenover rechtse als ultralinkse lijnen werden bestreden. De dialektische geest verspreidde zich.

8. Het volk heeft de zekerheid dat al wat ingaat tegen zijn belangen vroeg of laat zal uitgeschakeld worden : privileges, burokratisme, machtsmisbruik.

9. De partij en de massa's werden gestaald door de positieve en negatieve ervaringen van de Kulturele Revolutie. Het was de eerste dergelijke beweging in de geschiedenis. In een dergelijke beweging zijn negatieve ervaringen onvermijdelijk en zij helpen om de juiste weg te vinden.

10. De Kulturele Revolutie heeft de basis gelegd voor de volksbewegingen onder leiding van de kommunisten tegen de anti- marxistische lijn van de Bende van Vier. De Tien An Men-beweging was een grote massabeweging. De overgrote meerderheid van de partij en de massa's heeft zich gekeerd tegen de Vier, die op geen enkele plaats in staat waren hun "burgeroorlog" te ontketenen…”

De PVDA: "Kulturele Revolutie in China was in essentie correct en noodzakelijk"

Dus de PVDA nam als standpunt in: De Kulturele Revolutie was een periode van KLASSENSTRIJD tegen de burgerlijke lijn – het revisionisme en was in essentie JUIST en NOODZAKELIJK. Veel van de “chaos” en “anarchie” kwam juist van de burgerlijke (revisionistische ) fractie (die zelf dan ook nog verdeeld was in een “rechtse” en een schijnbaar “linkse”fractie).
Het resultaat van de Kulturele Revolutie was globaal een versterking van de diktatuur van het proletariaat in bondgenootschap met de boeren, een aanzet tot modernisering en industrialisatie op basis van de ontwikkeling van de landbouw, maar gevoerd door en op initiatief van de arbeiders en boeren via hun massaorganisaties en geleid door de communistische partij.
Mao was de eerste om te zeggen dat de Kulturele revolutie niet ALLE problemen kon oplossen en dat het logisch is door de omvang van de Kulturele Revolutie en de mobilisatie van zo`n grote hoeveelheid mensen die dan ook nog zeer verscheiden waren: het ging om studenten en intelectuelen, om arbeiders en om boeren, die voor een groot deel via de deelname aan die klassenstrijd nog zelf veel moesten leren, over hen zelf, over de situatie van China en de geschiedenis van China en zijn revolutie.
De veroording van de Kulturele Revolutie door de fractie van Deng, die de leiding heeft van de CCP, komt erop neer dat de fout was…..het voeren van KLASSENSTRIJD!

Boudewijn: “Eerst moedigde China een decollectivisering aan op het platteland. De grond bleef wel eigendom van de staat of van de gemeenschap. De privé-productie ontwikkelde zich snel. Van 1985 tot 2002 steeg het gemiddelde inkomen van de boeren van 397,60 yuan tot 2475,60 yuan.
In 1983 besloot de CPC dat de hoofdtegenstelling in China lag tussen de groeiende noden van het volk en de achterstand van de productiekrachten. In 1989 lanceerde de CPC een politiek van hervormingen en opening op de buitenwereld. …”

Hier vergeet Boudewijn weer de lessen uit het boek “USSR, de fluwelen contrarevolutie”.
De politiek van opbouw van het socialisme en inderdaad de noodzaak tot industrialisatie en modernisering van zowel Lenin, Stalin én Mao ging uit van een analyse van de wereldsituatie met de BLIJVENDE hoofdtegenstelling tussen socialisme en imperialisme.
Deze “misdaad van Stalin’, zijn buitenlandse politiek werd zogezegd rechtgetrokken door Chroetsjov.

De fractie van Deng in zijn analyse bekijken de opbouw van het socialisme in China als een zaak die afzonderlijk kan bekeken worden los van de rest van de wereld en los van de drang van het imperialisme om met geweld, of met zachtheid of met intoxicatie het socialisme als sisteem te vernietigen en maakt van ÉÉN van de inderdaad belangrijke tegenstellingen die het socialisme moet oplossen de HOOFDtegenstelling.

Boudewijn:”…De CPC lijkt ons echt wel verenigd rond de huidige hervormingspolitiek. De verrassende resultaten zouden de meeste twijfelaars over de brug hebben gehaald….”

Dus er is geen strijd tussen twee lijnen meer?

Verder antwoord Boudewijn op de vraag: “China voerde privé-kapitaal in, laat privé-bezit toe, lanceerde de slogan ‘Verrijk jezelf’: is dat nog socialisme? “
Boudewijn: “Volgens de analyse van de CPC zit China vandaag in de beginfase van het socialisme en dat zal zo nog tientallen jaren duren, misschien wel tot het eind van deze eeuw. In heel deze periode moet de nadruk liggen op de ontwikkeling van de productiekrachten, want die zijn compleet achterop. Die oriëntatie vertaalt zich in de politiek van hervormingen, die de CPC “socialisme op zijn Chinees” noemt.

· Er zijn vandaag inderdaad verschillende soorten eigendom van de productiemiddelen. Er is privé-bezit, naast staatseigendom (geheel of bij meerderheid) en gemeenschappelijk eigendom (geheel of gedeeltelijk) en daartussenin nog tal van andere vormen. “Het privé-bezit van de productiemiddelen is de motor geweest van de ontwikkeling van de productiekrachten om uit het feodalisme te geraken: dat is een wet van de economische ontwikkeling die je niet kunt ontkennen.” “Marx heeft zich niet als dusdanig tegen aandelenbedrijven uitgesproken, zo’n bedrijven kunnen net zo goed in een socialistisch systeem als onder het kapitalisme bestaan.” De meeste bedrijven hebben aandelen uitgeschreven, de staat bezit er daar een deel van (soms alles, soms de meerderheid of een blokkeringsminderheid, soms nauwelijks wat).

· De decollectivisering van het platteland en de ontwikkeling van privé-bedrijven ging gepaard met de oproep “Verrijk jezelf”. Beide moesten de zin voor initiatief bevorderen en dus ook de productie. Dat een minderheid nu een aanzienlijk hoger levensniveau kent, moet ook de anderen aansporen tot een moderne en doeltreffende productie. De nieuwe rijken worden voortdurend aangezet om hun kapitaal in dienst van de ontwikkeling van het geheel aan te wenden.

· China heeft zich ook opengesteld voor de kapitalistische wereld. De Chinese staat beschikt niet over het nodige kapitaal om overal een moderne industrie te ontwikkelen. Dank zij de buitenlandse investeringen (meestal in de vorm van joint ventures, soms volledig in buitenlandse handen) trekt China enorm veel kapitaal aan maar ook spitstechnologie, knowhow, enz. Zo kan het land zelf snel tal van Chinese technici en managers opleiden. De arbeidersklasse groeit aan en leert de meest geavanceerde technieken beheersen. Veel boeren kunnen naar de steden verhuizen wat een goede zaak is want op het platteland is er een enorm overschot aan arbeidskrachten. Anderzijds openen de buitenlandse investeerders ook de buitenlandse markt voor Chinese producten.
Een groot aantal niet-strategische bedrijven die men niet te redden achtte, werd gesloten. Een sanering zou te veel hebben gekost. Die politiek stelt hen in staat de staatsfondsen aan te wenden voor projecten en bedrijven die men wel strategisch en prioritair vindt. …

· China stapte ook af van de planeconomie zoals die de eerste decennia was toegepast. Die was zo detaillistisch dat ze juist niét tegemoet kon komen aan de reële noden. “In de feiten moest je vroeger vaak in de file staan voor winkels waar ze de dingen die je nodig had niét hadden. Dat probleem is nu grotendeels opgelost.” Het invoeren van een regulerende markt en van de concurrentie om aan te sporen tot een betere en efficiëntere productie: ook dat gebeurt volgens de idee dat er een kapitalistische markt is en een socialistische markt. …"

Door de vraag”Is dat nog socialisme” en het beschrijvende antwoord van Boudewijn legt hij gelijk de diskussie lam over de weg en metode en analyse die de metode “marxistisch” moet verantwoorden, een diskussie of er een stap vooruit wordt gezet in de opbouw van het socialisme of dat er BINNEN het bestaand socialisme er krachten worden ontwikkeld die een GEVAAR inhouden voor het voortbestaan van het socialisme.
Hij verschuift de diskussie naar:” Is China OP DIT MOMENT socialistisch of niet”. Zo wakker je de “linkse” fractie aan die zegt: “Het kapitalisme is HERSTELD in China.”
Boudewijn is dogmatisch, of ondersteund de dogmatische strekking in de Chinese KP die Marx, Lenin Stalin en Mao gebruiken als een receptenboek: een oplossing voor een concrete historische periode of een algemene analyse gemaakt door Marx, Lenin, Stalin en Mao wordt hernomen om de opbouw en uitbouw van het socialisme te VERTRAGEN.
Boudewijn is empiristisch als hij zich alleen baseert op zijn actuele waarnemingen.
Mao bestreed het dogmatisme en empirisme en legde de nadruk op een correcte toepassing van het dialectisch en historisch materialisme, omdat het dogmatisme en empirisme, wegen waren waardoor de weliswaar beperkte maar bewuste burgelijke elementen het revisionisme konden ontwikkelen. (Lees en bestudeer “de filosofische essays van Mao”, te koop in de PVDA-shop op de website, bij EPO en op de boekenstand op ieder 1 meifeest van de PVDA)
De teorie van “China zit nog in de beginfase van het socialisme en die gaat nog tientallen jaren duren waarin de nadruk moet liggen op de ontwikkeling van de produktiekrachten”, is gewoon het hernemen van de lijn van Liu Chiaochi

In een tijd dat de klemtoon lag in de strijd tegen het fascisme, in China was dat héél concreet de Japanse bezetter en de uitbouw en ontwikkeling van het eenheidsfront daartegen, ontwikkelde Mao het programma van de “nieuwe demokratie” voor de oplossing van de tegenstellingen in de CONCRETE situatie. Dit was nog geen socialisme, wel strijd tegen imperialisme en kapitalisten die collaboreerden met de vijand, en dus geen exclusieve macht aan de burgerij. Dus SCHIJNBAAR was het geen kapitalisme en geen socialisme. Liu Chiaochi maakte er een ALGEMENE theorie van dat in een achterlijk land als China men NIET meteen met de opbouw kan beginnen van het socialisme omdat de produktiekrachten hiervoor niet voldoende ontwikkeld waren. Hij pleitte voor een relatieve lange periode van “consolidering van de Nieuwe Demokratie (“zoals Mao dat beschreef”) waarin in feite het kapitalisme zich eerst voldoende kon ontwikkelen om dan in een VOLGENDE fase het echte socialisme te kunnen opbouwen.
Maar op het moment dat Liu deze theorie ontwikkelde was de CONCRETE situatie al zo gewijzigd, een mogelijkheid die Mao zelf in zijn tekst”over de nieuwe demokratie”van 1940 trouwens al had voorzien! Mao legde uit in die tekst dat de fase van nieuwe demokratie een tweesprong was. De beslissing welke weg men zou opgaan hing af van de leiders die de overhand hadden. Er kon dus geen sprake zijn van een “consolidering”van de fase van de nieuwe demokratie. De komende periode was er een van “overgang naar het socialisme”, waarbij hij Lenin aanhaalde, die erop gewezen had dat er géén tussenfase kon zijn tussen de burgerlijke demokratische revolutie en de socialistische revolutie.

Dan is er de vraag: “Er is een hoge werkloosheid ontstaan in China, hoe kan dat in een socialistisch land?”

Boudewijn: “In totaal zitten zo’n twintig miljoen Chinezen zonder werk, dat is 4,5 procent van de actieve bevolking.
Volgens de CPC is de hervorming van de staatsbedrijven globaal gezien voltooid. Het grootste deel is geprivatiseerd. De zowat 15.000 grote bedrijven die volgens onze gesprekspartners nog in staatshanden zijn, zijn nu gesaneerd. Voor het eerst hebben die bedrijven winst gemaakt, wat de staat een veel ruimere armslag geeft. Tegelijk neemt hun aandeel in de totale industriële productie toe. De CPC erkent volmondig dat de sluiting van staatsbedrijven zo’n vijf miljoen mensen werkloos maakte maar dat aantal neemt al af dank zij opleidingsprogramma’s9 en zal zelfs helemaal weggewerkt worden.

Hoewel er ondertussen veel nieuwe banen bijgekomen zijn, zitten toch heel veel Chinezen zonder werk. Vooral op het platteland is er een overschot aan arbeidskrachten. In de tijd van de collectieve landbouw was er al veel verdoken werkloosheid op het platteland, maar die was officieel niet erkend. Die boeren hadden formeel wel een baan en dus een inkomen, ook al was dat laag. De industrialisering leidde tot een mechanisering van de landbouw, wat op zijn beurt een dubbel gevolg had: het werk van de boeren werd lichter en menselijker maar er ontstond een overschot van arbeidskrachten, wat nog werd verergerd door de bevolkingsaangroei. China heeft al sinds lang alle bebouwbare grond aangesproken. Men kan zich voorstellen dat het platteland zonder de hervorming nog armer zou zijn in plaats van vooruitgang te boeken.”

Lees de passage goed hierboven! In feite zegt Boudewijn, in navolging van een bepaalde lijn die op dit moment blijkbaar de bovenhand heeft in China: China heeft (nu…, voorlopig.. ) een kapitalistische ontwikkeling nodig. Dit standpunt kan leiden, en dat heeft het al gedaan in het verleden in China tot de ontwikkeling van de lijn: Het kapitalisme is eigenlijk SUPERIEUR aan het socialisme. Het is tegen deze lijn dat Mao de massas gemobiliseerd heeft, de klassenstrijd aangewakkerd heeft, opdat het Chinese ZELF tot de ervaring zou komen: Alleen het socialisme kan de oplossing bieden in China.
Een gelijkaardige strijd tussen twee lijnen was er in de jaren vijftig in China tussen de lijn van Liu Chiaochi, die voor het copiëren was van het “Russisch socialistisch model” van bedrijfsbeheer tegenover de lijn van Mao die zei dat het chinese volk een “eigen socialistisch model” moesten uitwerken.

In 1957 vond Mao dat, gezien de resultaten in Rusland, op dat moment, dat aan hetgene dat men wilde “copieren” van het Russisch model eerder “kapitalistisch” was dan “socialistisch”. Hij pleitte voor een andere ontwikkelingsstrategie in China. Wat was het nut van “produktie”en “groei”en “verhoogde opbrengst” in de industrie als het niet bijdroeg tot “dienen van het volk”, tot de opbouw van het socialisme in China?( Tussen twee haakjes: Mao moedigde altijd aan, het bestuderen van de USSR omdat dat het eerste model was van uitbouw van socialisme, planeconomie, bevorderen van industrialisering, modernisering en groei op socialistische basis, hij was echter tegen een eclectisch mechanisch copiëren van bepaalde zaken uit de USSR)
Het kapitalistisch systeem was even geschikt om de groei te bevorderen, maar deed het door de uitbuiting van velen door weinigen, het concentreerde de rijkdom in de steden, terwijl het het platteland kaal plukte.

Het geïmporteerde “socialistisch” model van bedrijfsbeheer in de staatsbedrijven en planeconomie van China zou betekenen: het doen ontwikkelen van een bureaucratische elite die de basis zou kunnen vormen voor een nieuwe burgerij. Het zou de staatsbedrijven uiteindelijk verstarren, de planeconomie uiteindelijk steeds minder “socialistischer” maken. Dit zou leiden tot de conclusie, die Liu zeker nog niet had en wie weet Chroetsjev ook nog niet op dat moment ….. maar Gorbatsjov en de fractie van Deng uiteindelijk WEL: staatsbedrijven en socialistische planeconomie moeten uit hun verstarring en inefficientie gehaald worden door een invoer van een zekere graad van kapitalisme. Als je Mao bestudeerd, lijkt het of hij “voorziet” wat de mogelijke ontwikkeling zou zijn, als men de lijn van Liu zou volgen.
Er is inderdaad in China nog steeds een strijd tussen twee lijnen. Maar de lijn die globaal gevolgd wordt is gelijkaardig aan de “Glasnost” en “Perestroika” van Gorbatsjov. Gorbi moest ook rekening houden met een lijn die pleitte voor het behoud van een socialistische planeconomie. Hij vond ook “dat men het goede van Stalin en Lenin” moest behouden. Maar zijn lijn leidde uiteindelijk, of Gorbi het bedoeld had of niet… tot de kapitalistische machtsovername van Jeltsin.

Boudewijn bestudeert niet historisch materialistisch de geschiedenis van de Russsiche revolutie (hij negeert de analyse gemaakt in de congresdokumenten van het vierde congres van de PVDA) én die van China (waar de PVDA OOK al analyses en dokumenten over heeft geproduceerd, zonder dat die weliswaar het gezag hadden van congresdokumenten en waar men, door gebruik van je verstand, een aantal eenzijdigheden en onvolkomenheden kan verbeteren)
Daardoor vervalt hij tot empirisme in zijn analyse van het socialisme van China.

Wat antwoorde Boudewijn op de vraag: “China heeft veel van zijn staatsbedrijven geprivatiseerd, China gaat de kapitalistische toer op, is er al sprake van een klasse van kapitalisten?”

Boudewijn: “In 1989, na de gebeurtenissen van Tien An Men, hadden we de indruk dat het kapitalisme tamelijk wild om zich heen greep en het hoofdaspect dreigde te worden in China.10 Maar vandaag beschikt de socialistische staat over steeds meer wetten en reglementen om de ontwikkeling van de kapitalistische bedrijven goed te controleren en te oriënteren naar een gemengde economie. Buitenlandse investeerders zijn onderworpen aan een bijzonder gedetailleerde wetgeving. ….
We hebben zelf vastgesteld hoe de controle van de staat in de feiten veel groter blijft (of opnieuw is?) dan wat we over het algemeen dachten en dat die controle eerder nog uitbreiding neemt.
• In veel geprivatiseerde en (gedeeltelijk) beursgenoteerde bedrijven behoudt de staat een ruim blokkeringsaandeel.
• In de feiten werken de centrale staat en alle onderliggende niveaus wel degelijk tamelijk dwingende plannen uit, met nauwkeurig opgestelde objectieven die ook nog eens behaald worden. Daarbij gaat het dan om welke productie men wil, welke infrastructuur daarvoor nodig is, wat er gerelokaliseerd moet worden, of tal van andere economische doelstellingen.
• In het begin liet China investeringen toe in zowat alle sectoren, vandaag ontmoedigt ze investeringen in alle sectoren behalve in spitstechnologie. “

Dus Boudewijn beschrijft: China is (nog) socialistisch dus moeten we China (nog) verdedigen. In China heeft de socialistische staat (nog) de controle in handen over de ontwikkeling van het kapitalisme. Hier antwoord hij niet op de bezordheden van die mensen die VOOR het socialisme in China zijn, die OOK die “beschrijvingen” kennen maar vinden dat dit zal leiden tot “herstel van het kapitalisme”in China. Zo geeft hij voedsel aan die “linkse”lijn die zegt: “Het kapitalisme is, vanaf 1978 herstelt in China.“ En DIE lijn kan er uiteindelijk toe leiden dat men een verkeerde conclusie maakt, en het verkeerde kamp kiest, op moment dat er wapengekletter zal te horen zijn van HEEL het imperialisme tegen het socialisme. Want de consequentie van de lijn ”het kapitalisme is hersteld” is dat men door het “staatskapitalisme” in China, China als “gevaarlijkste supermacht” gaat beschouwen.

Is dit vergezocht van mij? Dat Boudewijn dan maar bewijst, dat dit uit de lucht gegrepen is!

Dan heeft Boudewijn het over al dan geen ontwikkeling van een kapitalistenklasse. Verder antwoordt hij dan ook op de vraag: ““Hoe is het mogelijk dat nu ook kapitalisten lid kunnen worden van de communistische partij in China?”


Boudewijn: “ Officieel bestaat er in China geen klasse van kapitalisten, ondanks de privatiseringen. Dat lijkt ons niet correct. Het is niet omdat tienduizenden kapitalisten zich vandaag (nog) niet verenigd hebben tot een politieke kracht (er is nog geen politieke partij), dat ze geen klasse vormen, met eigen belangen die vroeg of laat openlijk in conflict zullen komen met de belangen van de werknemers en van de socialistische staat. Onder andere omdat die kapitalisten, zoals overal in de wereld, altijd grotere winsten zullen eisen, die ze niet kunnen bekomen zonder de uitbuiting van de arbeidersklasse op te drijven en zonder antisociale maatregelen te eisen van de staat. En omdat het kapitalisme in China vroeg of laat zal botsen op fenomenen van overproductie en crisis, die het kapitalisme overal in de wereld kenmerkt. De CPC zal geen verweer hebben tegen die (onvermijdelijke) aanvallen van de kapitalisten als ze zich hier niet heel scherp van bewust is.
We hebben de indruk dat de expansiemogelijkheden van een systeem dat in de feiten kapitalistisch is, overschat worden. Men gaat voorbij aan de wetten van het kapitalisme en de werkelijkheid van het kapitalisme. Sommige verantwoordelijken die we ontmoetten, zien dat in en vinden het (onder andere om die reden) nodig regelmatig uitwisselingen te organiseren met communisten uit geïndustrialiseerde landen die een lange ervaring en kennis hebben van het kapitalisme. Anderen lijken er vast van overtuigd dat ze die wetten van het kapitalisme zullen weten te omzeilen. …”

“ Jiang Zemin heeft de theorie ontwikkeld over de ‘drie vertegenwoordigingen’ en de CPC beschouwt die als een verlengstuk van het marxisme-leninisme, de gedachte Mao Zedong en de theorie van Deng Xiaoping. In het buitenland onthoudt men maar één aspect van die theorie, namelijk dat kapitalisten voortaan lid mogen zijn van de Communistische Partij. Maar dat is een simplistische vervalsing.
Wat zijn die ‘drie vertegenwoordigingen’? De vereisten van de ontwikkeling van de geavanceerde productiekrachten, de oriëntatie van de geavanceerde Chinese cultuur en de belangen van de overgrote meerderheid van de Chinese bevolking. Een onderzoeker van het Departement Internationale Betrekkingen hield een uiteenzetting over deze theorie van de drie vertegenwoordigingen. Andere kameraden verstrekten ons bijkomende elementen. Samengevat luidt de theorie als volgt.

· Deze theorie zet de macht van de CPC in een nieuw daglicht: de CCP moet de voorhoede vormen van haar tijd, ze moet de kern vormen van het Chinese volk, de leidende kern van de modernisering van China.

· Ze heeft het bewustzijn versterkt van de risico’s die gepaard gaan met de macht. Historische ervaringen tonen aan dat naarmate je langer aan de macht blijft, het risico om afgesneden te geraken van het volk groter wordt.

· De CPC heeft dan ook voorgesteld om haar massabasis te verruimen. Ze legde zes nieuwe sociale categorieën in de Chinese samenleving vast, die een gevolg zijn van de politiek van modernisering en hervorming: het personeel van hoogtechnologische bedrijven (ingenieurs en technici), ondernemers en managers van bedrijven met gemengd kapitaal, ondernemers van privé-bedrijven, werknemers van intermediaire organisaties (audit, enz.), vrije beroepen (China telt 35 miljoen intellectuelen).

· De CPC bestaat hoofdzakelijk uit arbeiders, boeren en intellectuelen. “Wij denken dat we tot de partij moeten toelaten al wie de statuten van de CPC erkent en het programma aanvaardt, en van wie de massa’s oordelen dat ze lid kunnen worden; dat na twee jaar stage in de partij en op voorwaarde dat ze voldoen aan nog tal van andere criteria.”
Een kader van de CPC had nog een belangrijke toevoeging: “Ja, we hebben vandaag uitbuiters in China, kapitalisten. Maar we spreken niet van een ‘klasse’ van kapitalisten want ze hebben zich nog niet als een aparte politieke macht georganiseerd en we verbieden trouwens de oprichting van een politieke partij van kapitalisten. Maar we zijn er ons van bewust dat een aantal van hen dat onvermijdelijk zal proberen te doen. Daarom moedigen wij de kapitalisten die akkoord gaan met onze strenge toelatingsvoorwaarden aan lid te worden van de CPC. We stellen hen tot voorbeeld voor de anderen om zo in te gaan tegen diegenen die een eigen aparte partij zouden willen oprichten of zich zouden verzetten tegen de CPC.”

· De theorie over de opbouw van de partij stelt criteria op waarmee je kunt vaststellen of een partij progressief is of niet. Het aantal leden van arbeidersafkomst binnen de CPC is geen beslissend criterium. Je moet vasthouden aan het marxisme, dat moet het leidend programma zijn van de partij. Je moet kijken of de partij de belangen van het grootst mogelijke deel van de bevolking vertegenwoordigt en of ze een correcte oriëntatie geeft aan de maatschappelijke ontwikkeling. Als we willen dat de partij aan de spits blijft van de technologische ontwikkelingen, dan moeten we de toetreding aanmoedigen van diegenen die de technologie beheersen.

· De partij heeft verbeteringen voorgesteld voor de werkstijl en de manier van machtsuitoefening, zonder de leidende rol van de partij te verliezen. De rol van de Volksvergadering (het Congres) en van de Raadgevende Vergaderingen moet meer tot hun recht komen.

· De partij heeft voorgesteld de interne democratie te verruimen. De leden moeten veel beter op de hoogte zijn van de beslissingen van de partij. “

Aan de ene kant heeft Boudewijn “bedenkingen” over de standpunt van de CCP dat er geen kapitalisten-KLASSE zou zijn maar aan de andere kant heeft hij geen probleme met de politiek om kapitalisten (dat zijn dus per definitie leden van een klasse die leeft van de uitbuiting van de arbeidersklasse) te laten toetreden tot de CCP. Dit is echter iets HEEL ANDERS dan één of andere frontpolitiek die gebruik maakt van de tegenstellingen BINNEN de kapitalistenklasse, een politiek die Mao (en de CCP0 toepaste en ontwikkelde in een CONCRETE situatie.

Deze politiek van de CCP, NU, komt overeen met die van de revisionisten in de USSR: de communistische partij van HEEL het volk of de communistische partij als massapartij en NIET meer als VOORHOEDE van de arbeidersklasse die LEIDING geeft aan die massas wier belang ligt in de uitbouw van het socialisme (dus bijna heel het Chinese volk), en een MASSALIJN TOEPAST.

Op de concluderende vraag “Waar zal heel deze hervormingspolitiek toe leiden?” antwoordt Boudewijn met een aantal empirische beschrijvingen en bedenkingen. Hij geeft geen inzicht in de strijd tussen twee lijnen die binnen de CCP zeker woedt en hoe door de klassenstrijd af te remmen, niet voluit en oprecht de mobilisatie en bewustwording van het chinese volk te bevorderen door de lijn van de fractie die het beleid grotendeels in China nu bepaald (bepaalde initiatieven van kaders die blijkbaar een andere lijn voorstaan, niet te na gesproken) het gevaar bestaat van dat een revisionistische lijn het haalt… die dan uiteindelijk de burgerij aan de macht kan brengen.

Boudewijn: “Ons vertrouwen in de CPC is gebaseerd op de verwezenlijkingen van vroeger en nu. De CCP wist haar eenheid te vrijwaren na de contrarevolutionaire beweging van Tien An Men. Ze kreeg de ontwikkelingen weer onder controle en de enorme economische groei bleef gevrijwaard.
Dit vertrouwen is ook gebaseerd op de rectificaties waar de CPC aan werkt of die ze aankondigt. Onze ontmoetingen gaven ons de indruk dat een toenemend deel van de kaders inziet dat met het invoeren van het kapitalisme en de opening op het Westen het gevaar dreigt dat de CPC zijn revolutionair bewustzijn zou verliezen. De nieuwe algemeen secretaris Hu Jintao benadrukte herhaaldelijk dat het noodzakelijk is zich in dienst te stellen van het volk (derde vertegenwoordiging) en dat men de werkstijl moet herstellen waar Mao Zedong in de jaren van de revolutie voor pleitte. Dat deed hij bijvoorbeeld in een toespraak in de provincie Hebei, op 3 januari 2003. Hu Jintao riep op “tot hard werken, geen persoonlijke voordelen na te streven maar zich resoluut in dienst van het volk te stellen en zijn banden met de mensen aan te halen.”11
Het lijkt erop dat men de strijd tegen de corruptie en andere negatieve aspecten die de CPC en de socialistische staat aanvreten sinds de hervorming, steeds ernstiger neemt. De CPC moedigde onlangs meerdere arbeidersstakingen aan tegen kaders die fondsen hadden verduisterd of andere ernstige fouten hadden begaan.
We waren getroffen door de eerlijke wil van vele kaders die we ontmoetten om te leren van onze ervaringen als communistische partij in een hoog ontwikkeld kapitalistisch land, zoals onze ervaring in het leiden van de klassenstrijd of hoe arbeiders het kapitalisme in Europa beleven, met zijn flexibiliteit, afdankingen, zelfmoorden, dodelijke arbeidsongevallen, het snoeien in de sociale uitgaven, enz.
Het 16e Congres onderstreepte de noodzaak van de studie van het marxisme-leninisme en de gedachte Mao Zedong (en de theorieën van Deng Xiaoping en Jiang Zemin). De toekomst zal uitwijzen of er concrete maatregelen werden genomen om een grondige studie van het marxisme-leninisme te organiseren op een voldoende ruime schaal.
Waar moet heel de hervormingspolitiek toe leiden? Ons leek het dat daar verschillende en tegengestelde ideeën over bestaan. De Chinese kameraden steken het trouwens niet onder stoelen of banken dat er hierover echt een debat aan de gang is binnen de CPC. Dat feit op zich is bemoedigend.
Volgens sommigen is het socialisme precies de gemengde economie van vandaag. Er is geen groot verschil, zeggen zij, tussen de kapitalistische en de socialistische economie: het verschil ligt hem in de staat die geleid wordt door de CPC. Het gaat dus niet om een tijdelijke politiek, beperkt tot de beginfase van het socialisme maar om een permanent beleid.
Andere kameraden leggen dan weer de nadruk op het einddoel, namelijk dat het geheel van de productiemiddelen (opnieuw) eigendom wordt van de staat, ook al is dat vandaag niet het hoofdprobleem. Nog anderen zeggen dat ze het niet weten, dat de CPC er altijd al in geslaagd is een balans op te maken van de ervaringen en dat ze dat met de hervormingen ook zal doen maar nu is het daarvoor nog te vroeg.
We hebben onze vrees geuit dat zonder een klare oriëntatie op lange termijn het kapitalistisch aspect van de economie steeds verder tot ontwikkeling zal komen, terwijl de burgerlijke ideologie onophoudelijk terrein kan winnen. …”

Peter Fransen (redactie Solidair, weekblad van de PVDA) volgt de lijn van Boudewijn( tenslotte de hoogste leiding van de PVDA) in artikels over China

Peter Franssen schreef een aantal artikels in Solidair (op pvda.be of solidair.org) waarin hij veel feitelijke gegevens brengt om de superieuriteit aan te tonen van het socialisme in China tov het kapitalisme. Maar hij volgt de lijn aangegeven door Boudewijn. Dit is op zich terecht aangezien Boudewijn in feite het partijstandpunt geeft. Maar de reacties op zijn artikels bewijzen dat die lijn geen voorhoede-inzicht bijbrengt over de superieuriteit van het socialisme en welke ontwikkeling (o.a. strijd tussen twee lijnen) er in China plaatsheeft. Hieronder plukte ik reacties van de website. Peter bewijst wel, in tegenstelling tot Boudewijn dat hij de diskussie niet uit de weg gaat. Zijn reactie staat hier ook tussen.

Reacties ingezonden naar, en gepubliceerd op www.solidair.org

1.Ri… (9 maart 2005)

Dit is een artikel om twee of drie keer te lezen en te proberen alles goed te onthouden. Tot nu toe wist ik niet goed wat ik moest aantwoorden als iemand op een vakbondsvergadering zei dat "ze daar niks verdienen". Bij het vorige artikel over China, toen het ging over "de Chinese producten overspoelen Europa" had ik dat ook. Eerst wist ik niet wat antwoorden maar nu zeg ik gewoon: China, dat is één vijfde van de wereldbevolkign en maar slechts 6% van de wereldhandel, waarom zegt ge dan dat wij overspoeld worden? Maar wat ik mij toen en nu opnieuw afvraag is: waarom zeggen die politiekers en ook sommige hoge pieten van de vakbond dat allemaal over China? Wat is eigenlijk hun bedoeling? Daar zou ik nu eens graag een antwoord op hebben.

2.Re… (9 maart 2005)

PVDA is ontstaan uit communistisch protest tegen de reactionaire tendensen binnen de USSR na 1953 en de kommunistische beweging wereldwijd. Durf ook tegen het reactionaire china van vandaag in te gaan! Anders is er geen hoop meer voor het communisme als de PVDA deze tendenzen accepteerd. Komaan 40 % is geprivatiseerd, er is privé-eigendom mogelijk, er is werkeloosheid, de Maoistische filosofie heeft plaatsgemaakt voor een soort post-confucianisme(wat Mao hartsgrondig haatte!!)... Cuba en Noord-Korea zijn nog helemaal communistisch, Vietnam en Laos zijn begonnen aan hun perestrojka maar china gaat echt te ver! We zouden in plaats de linkse oppositie tegen de Chinese CCP moeten steunen die hernationalisatie eist of ten minste heel kritisch tegenover de huidige tendenzen moeten staan. Syrië is communistischer dan China voor dit moment hoe vreemd het ook mag klinken. In naam van Mao moeten we ingaan tegenover de huidige ontwikkelingen, want China is niet meer op weg naar het communisme maar is integendeel een stap achteruit aan het doen, en dat onder impuls van de leden van de CCP, dus ik zie geen reden waarom die CCP'ers plots weer alles zouden gaan nationaliseren.

3.fr… w. (9 maart 2005)

China

Het artikel over China zondigt door optimisme. De provincie Guangdong die als vooorbeeld gesteld wordt, is juist bekend omwille van de slechte werkomstandigheden, het niet-naleven van de sociale wetten en de repressie tegen arbeidersonrust; na het Chinese Nieuwjaar van 2005 keerde bijnan 10% van de interne migranten niet terug omdat ze op het platteland beter af zijn, zodat er nu arbeidskrachten tekort zijn in Guangdong. Ook het Chinese belastingssysteem is niet zo ideaal; het is notoir dat de superrijkste Chinezen geen of nauwelijks belasting betalen; het verhogen van de belastingen voor buitenlandse firma’s is geen zelfstandige beslissing van de Chinese regering maar een eis van de wereldhandelsorganistie. Wat het onderwijs betreft, de trots van het Maoistische China, dat verkeert sinds de hervormingen op het platteland in een diepe krisis; de scholarisatiegraad is er gedaald , terwijl ook in de steden een vele migrantenkinderen niet naar school kunnen gaan. De snelle economische groei van China is onbetwistbaar, maar evenzo de snel toenemende sociale ongelijkheid en uitbuiting, een symptoom van steeds meer kapitalistische elementen in de Chinese maatschappij. We kunnen niet anders dan ons zorgen maken over deze evolutie.

Fr… W., Temse

4.Peter Franssen (10 maart 2005)

Antwoord aan Fr… W. en aan Re… (beiden op 9 maart).

Het is onjuist dat de Wereldhandelsorganisatie China gedwongen heeft de belastingen op de winsten van de buitenlandse multinationals te verhogen. Bij de Chinese toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie op 11 december 2001 bedroegen de belastingen op de winsten van buitenlandse ondernemingen 11%. Voor binnenlandse ondernemingen was dat 22%. De Wereldhandelsorganisate maande China aan die belastingen gelijk te brengen.

Er lagen verscheidene opties open. Men kon de belastingen op de binnenlandse ondernemingen halveren. Of men kon een tussenweg nemen en beide belastingen op 15% brengen. Na veel discussies beslisten de Chinese Communistische Partij en de regering de belasting op de buitenlandse multinationals te verdubbelen om met dit geld een beter sociaal beleid te kunnen voeren. Vandaar de woedende reacties van de buitenlandse multinationals. Dat is de betekenis van de conclusie in het artikel: belast de rijken en geef dat geld aan de armeren.

Wat betreft de trots van maoïstisch China, moet dit gezegd worden: in 1975, vlak voor het overlijden van Mao, bedroeg het bruto nationaal product per inwoner in Afrika vier keer meer dan in China. Afrika, het armste van de armste continenten, was op dat ogenblik vier keer rijker dan China! Dat is geen kritiek op het beleid van de Communistische Partij onder Mao, dat is een constatie van de feiten. Welnu, ieder ernstig onderzoeksinstituut, waar ook ter wereld, dat uitgaat van de feiten, zegt vandaag: de toestand van de kinderen in China is nu absoluut niet meer te vergelijken met de toestand van de kinderen in China in 1975. De toestand van de kinderen in China is onnoemlijk verbeterd. Dat is de kern, het hoofdpunt.

Daarnaast is er het tweede, ondergeschikte punt: lijden er nu nog kinderen honger en lopen nu nog kinderen in lompen gekleed en zijn er nu nog kinderen die niet naar school gaan? Absoluut! Er is ook niemand die dat ontkent, ook de Chinese Communistische Partij niet.

Maar doe het maar eens na, op een minimum van tijd het volkrijkste land ter wereld uit de donkere middeleeuwen naar de 21ste eeuw brengen! China heeft er vanaf 1978 voor gekozen de weg die de Chinese Communistische Partij in de beginjaren '50 onder Mao uitgestippeld had, eindelijk voluit te volgen.

Die weg houdt in dat, in deze vroegste fase van het socialisme, de productiekrachten snel moeten ontwikkeld worden in een gemengde economie waar een belangrijke plaats voorbehouden is aan kapitalistische krachten. Dat is vanuit marxistisch oogpunt volkomen correct. Marx en Lenin waren advocaten van deze optie. Kenners van de Chinese geschiedenis weten overigens dat de Communistische Partij al van bij haar ontstaan in 1921 samenwerking met kapitalisten en zelfs met sommige grootgrondbezitters en met sommige imperialisten niet uitgesloten heeft.

De Chinese Communistische Partij heeft zich op dat vlak gelukkig nooit laten leiden door dwaze dogma's. Vandaag, nog meer dan anders, nu het imperialisme probeert het socialisme en de onafhankelijkheid overal ter wereld via duizend-en-één manieren te liquideren, duiken er nevenverschijnselen op bij die gekozen weg die een onrechtvaardigheid en een gevaar inhouden. Dat is voor iedereen duidelijk.

De vraag is: hoe sta je daar tegenover, hoe bekijk je dat? Vanuit een fundamentele solidariteit met de Communistische Partij in China? Ik heb gisteren en vandaag mijn dag vergald door het studeren van allerlei teksten. Van trotskisten in Canada, Frankrijk en de Verenigde Staten, over 'bezorgde syndicalisten' in de Verenigde Staten die plots uit het niets opduiken en zich vreemd genoeg alleen om China bezorgd maken, over de Amerikaanse 'marxisten' van Monthly Review, tot het studiebureau van de vroegere Amerikaanse presidentskandidaat Kerry.

In essentie is er geen onderscheid te maken tussen hun standpunten. Overal eindigt hun analyse met: weg met de Chinese Communistische Partij, weg met het gebrek aan democratie en syndicale rechten in China, weg met de onderdrukking van het Chinese volk.

Welnu, als dit soort volk dergelijke strijdkreten slaakt, moet men toch een beetje oppassen met de eigen meedogenloze kritiek op China. We moeten zien dat we niet in het verkeerde kamp terecht komen.

5.L… (10 maart 2005)

Ik denk toch niet dat het 'bruto nationaal produkt per inwoner' een goede graadmeter is in hoeverre een land socialistisch is.
Het zou best kunnen dat dit cijfer in 1975 voor Afrika vier maal hoger lag dan voor China, maar dat in China toch meer gelijkheid, of minder grote ongelijkheid heerste. In Afrika was/is de rijkdom immers in handen van een zeer kleine elite.
Voor mij, en sommige andere mensen, betekent 'socialisme' toch ook gelijkheid, en niet alleen 'ontwikkelen van produktiekrachten'.
Ik wacht bezorgd af, welke richting het nu in China opgaat.

6.Li… (11 maart 2005)

Beste Leo, ga je ook bezorgd afwachten als er zich in België een staking voordoet? Ga je dan ergens op een heuveltje staan en toekijken en zeggen: ik wacht bezorgd af?

7.wi.. (12 maart 2005)

De feiten die peter weergeeft zijn onweerlegbaar en correct maar zo als bij zijn boek over 11 September neemt hij een loopje met de kritische beoordeling van de feiten.Iedereen die beroepsmatig ooit in China is geweest vertelt me hetzelfde verhaal :Je zit als ceo zo in de Kp, milieunormen bestaan enkel op papier,arbeiders hebben niks te vertellen en als ze niet voldoen of er geen voldoende werk is dan gooi je ze lachend de keien op. Neen dit kan niet het schoolvoorbeeld zijn van hoe er een klasseloze maatschapij er moet uitzien ( dan laten we Tibet en de honderden executies bij het starten van het nieuwe jaar nog buiten beschouwing).
Zou het dan misschien toch kunnen dat
De sociaal-democratie ietsje beter werkt dan een communistische?

8.D… N (13 maart 2005)

antwoord aan Peter Franssen (10 maart)
Beste Peter,

Het zou goed geweest zijn al in het artikel te vermelden dat de inspiratie voor de belastingmaatregel een 'aanmaning' (jouw term) van de WTO was. Nu doe je dat omdat FW het aankaart. In je artikel bezondig je je inderdaad aan overdreven optimisme. Onder andere door de indruk te wekken dat de boeren geen belasting meer gaan moeten betalen. In officiële Chinese bronnen kun je lezen dat het gaat om 1 specifieke, zware belasting die uniek was voor China en die nu zal worden afgeschaft. Mooi, maar dat de boeren binnenkort GEEN belastingen meer gaan betalen klopt niet.
Als we de propaganda tegen het huidige China beantwoorden met eigen propaganda zullen we onze zaak uiteindelijk geen duurzame dienst bewijzen. Het is evenmin sterk om toe te geven 'dat er nog problemen zijn' alleen maar om de kritiek van ongenuanceerdheid te voorkomen.

Mensen die kritiek of twijfels hebben die je ook bij vijanden van het socialisme vindt zijn daarom nog geen overlopers of onbedoelde bondgenoten van rechts. De gedachte dat jouw ideeën die van de tegenstander niet gedeeltelijk mogen overlappen is een doodlopend straatje.
Jij wijst bijvoorbeeld op de armoede tot 1975. Dat is een van de stokpaardjes van de vijanden van Mao. Ben jij nu een onbedoelde bondgenoot van de zogenaamde dissidenten en hun westerse sponsors?

Je schrijft ook dat de lectuur van een aantal kritische en vijandige teksten je dag heeft vergald. Hoe kan dat nu? Ofwel kun je hun argumenten weerleggen en dan heb je, lijkt mij, juist een fijne dag. Ofwel kun je dat niet en dan zit er niets anders op dan door te gaan met lezen en onderzoeken.

Het kan toch niet zijn dat je alleen tevreden kunt zijn met de bevestiging van je eigen mening?

9.D… N (15 maart 2005

beste Wiet,

over feiten gesproken...zou het niet beter zijn eens wat feitenkennis op te doen ipv cafépraat te verkopen.

Van de China-artikels in Solidair had je beslist wat kunnen opsteken maar blijkbaar beletten je vooroordelen je om echt te lezen wat er daar in staat.

Misschien moet je de website van de Vriendschapsvereniging België China eens raadplegen. Geen communistische organisatie (daar kun je blijkbaar niet goed tegen), wèl ervaren Chinareizigers (ook beroepsmatig) en -kenners die je wijzer kunnen maken dan je kennissen met hun onzinverhalen. http://www.belchin.be/

10.Re… (16 maart 2005)

Beste mr Franssen,

Met uw repliek zegt u eigenlijk, als communist dan nog, dat planeconomie niet werkt en dat gemengde economie met zware kapitalistische invloeden nodig is of dat er anders alleen maar extreme armoede mogelijk is.

De communistische productie moet niet dienen om Amerika en andere wereldmachten in te halen, maar om de noden van de arbeiders en het volk te dienen! Moest Mao zich daaraan gehouden hebben dan liepen de kinderen in zijn tijd ook al met deftige kleren rond. Maar we weten allen dat Mao zich telkens teveel op één middel concentreerde, om nu bv. maar staal aan te halen: iedere Chinees moest naast zijn vaste job ijzerfabriekjes opzetten of erin meewerken om de VS in te halen. Met als gevolg dat vele Chinezen hun normale jobs verwaarloosden om die staalfabriekjes toch maar draaiende te houden. Hierdoor werd de economie totaal ontwricht, én het staal was van zo'n slechte kwaliteit (en er was er zoveel) dat niemand het wou kopen, hierdoor werd de economie nog meer ontwricht. Dat de kindjes slechtgekleed waren en dat het BNP zo laag was is dus niet het failliet van een planeconomie maar van Mao's megalomanie (ik ben geen anti-maoist tussen haakjes, dit zijn de feiten).

Lenin's idee van de Sovjets was dat de arbeidersraden (mee)beslisten over de productie, zodat niemand iets tekort zou komen. Iets wat in China jammergenoeg nooit gebeurd is. Daarom moet de productie ten dienste komen te staan van de arbeiders. Als China nog tekortkomt dan zal het internationalisme hulp bieden! Dus in plaats van hulp te zoeken bij het WHO zou China beter de Maoisten in Nepal voluit met wapens en logistiek steunen (als Belgie en de VS de nepalese fascistische koning mogen steunen mag China de maoisten dat evengoed!), of de Filipijnse, Peruaanse, Colombiaanse, Palestijnse, ... communisten.

Het is waar dat het productieproces erg moet versnellen in de beginfase van het socialisme, dat deed Stalin trouwens ook maar niét met kapitalistische maatregelen maar met staatsgeleide 5 jarenplannen (ik heb het over de periode na de NEP toen de economie enorm groeide).

Ik ben zeker geen anti-Maoist ofzo want veel van de kritieken die ik aanhaal komen van kameraad Hoxha. Ik vind gewoon dat de economie zich via staatsplannen moet ontwikkelen en dat arbeiders en boeren volgens het sovjetsysteem inspraak moeten hebben in de productie. Dat zou de PVDA ook moeten eisen; volledige hernationalisatie en plangeleide ontwikkeling van de economie in plaats, arbeidersinspraak en de export van de internationale revolutie!

Ik hoop dat vele kameraden zich hierbij aansluiten. Als zelfs de PVDA China klakkeloos gaat volgen en steunen, is er maar weinig hoop meer voor een wereldrevolutie of een eerlijke maatschappij.

Hasta la victoria siempre
Re…
PS: Het is helemaal niet eervol om te vermelden dat de CCP al van in 1921 samenwerkte met kapitalisten en dergelijke. U zegt ook dat de 'rijken' meer belast worden. Wel kameraad, in een echte communistische samenleving horen er geen rijken of armen te zijn! Zelfs niet in het begin van haar ontwikkeling!

11. Hieronder MIJN reactie (17 maart 2005) die ik probeerde toe te voegen via de website aan de lezersmail, maar, maar niet op de website geraakte. Reden????

Wil Peter Franssen het socialisme wel als systeem?

De PVDA-leiding, dus zowel Peter Franssen als Boudewijn Deckers (in zijn artikel in Marxistische Studies) slagen er niet meer in om voorhoedestandpunten in te nemen rond de verdediging van het socialisme als systeem. Willen zij het nog wel? Net zoals de KPB, en andere communistische partijen in Europa, in de periode van de Koude Oorlog wel de Soviet-Unie verdedigden maar, verblind door hun eigen revisionisme er niet in slaagden mensen te overtuigen van de superioriteit van het socialisme….. omdat zij in hun hart in feite niet meer voor de revolutie waren en dus niet meer voor echt socialisme.

Een echte communist, zoals bijvoorbeeld Che Guevara, was principieel verdediger van het socialisme als systeem maar was heel waakzaam (of hij probeerde dat toch te zijn) voor elementen van ontaarding die een gevaar konden betekenen voor het voortbestaan van het socialisme in de Soviet-unie.
Het gevolg is van de onmarxixtische analyse van het socialisme in China is dat je, mensen die op zoek zijn naar argumenten om het socialisme als systeem te verdedigen, maar vragen hebben rond echte of vermeende negatieve tendenzen geen antwoord kan geven.

Met de argumenten die Peter Franssen aanhaalt: toenemende koopkracht, stiijgend BNP, hogere (GEMIDDELD GEZIEN!) lonen e.d. zou het socialisme, als systeem, verbeteren ten opzichte van van het "maoistisch China" in 1975.

Durfde iemand van de PVDA dan ook te vertellen dat het socalisme als sisteem ACHTERUIT is gegaan in Cuba tussen 1989 en 1994? Terecht blijkt dat door te steunen op en door vorming en bewustmaking van het Cubaanse volk, door HUN creativiteit te bevorderen, door dit alles, als echte communisten TE LEIDEN, in nauw contact met de massa (op echt "maoistische" wiijze) het socialisme als ideologische en politiek sisteem zich in die jaren van economische ineenstorting met zelfs ondervoeding als resultaat voor de Cubanen, VERSTERKT HEEFT.

Wees gerust, Le… Di… Fr… en Re…, ik kom hier nog op terug. Als het moet via een eigen publikatie

….

PS. Peter schrijft: "China heeft…gekozen de weg die de CCP in de begin jaren '50 onder MAO uitgestippeld had, eindelijk voluit te volgen. Die weg houdt in dat, in deze vroege fase van het socialisme, de produktiekrachten snel moeten ontwikkeld worden…."
Mao heeft beklemtoond in een NOG vroegere fase van het socialisme (namelijk in de jaren "50) dat zo'n "mechanische" politiek, juist GEVAREN inhield. De dialectiek leert ons dat door bewustmaking, via ervaringen die de
massa opdeed, door diskussie, strijd tussen twee lijnen enz produktieVERHOUDINGEN kunnen veranderen VOORDAT er een grote en snelle uitbreiding van produktiekrachten had plaatsgevonden. Maw zonder directe uitbreiding van koopkracht, lonen de massa enthousiast meewerkt aan het uitbouwen van het socialisme.

Boudewijn wil geen openlijke diskussie over zijn standpunt

In februari 2004 schreef Boudewijn een artikel in Solidair dat in feite een samenvatting was van zijn artikel in Marxistische Studies. Ik reageerde met een mail die ik stuurde naar de hoofdredacteur van Solidair, de redactie van Solidair en zo indirect aan Boudwijn zelf. Ik dacht dat een diskussie in Solidair wel heel goed zou kunnen zijn. Mijn bedoeling was NIET een polemiek BUITEN de controle van de lezers, en de redactie heen van Solidair. Boudewijn Deckers zag het blijkbaar anders.

Hieronder een korte uitwisseling van emails.

Mijn email:…
Date: Mon, 16 Feb 2004 10:11:41 +0000

To: d.pestieau@solidair.org, marx.studies@marx.be,redactie@solidair.org

Subject: aan Boudewijn D. nav artikel over Socialisme in China

Als Boudewijn een artikel over China in Solidair schrijft onder zijn naam, dan is dat in feite het standpunt van de PVDA. Hij is openlijk gekend nationaal kader van de PVDA.

Een artikel over het socialisme in China heeft als doel:

-nav een concreet voorbeeld van het bestaande socialisme, de mensen enthousiast te maken over het alternatief voor het kapitalisme

-duidelijk aangeven hoe de opbouw van het socialisme verloopt

-de problemen en tegenstellingen die er kunnen zijn

-een evaluatie over hoe een zusterpartij het doet, in een geest van kritiek en zelfkritiek, wederzijds respekt maar met een scherpe analyse over de strijd tussen twee lijnen die men vaststelt. Dit met het doel om kameraadschappelijke steun te geven aan een zusterpartij

Dit alles om er zelf van te leren.

Dat deed Ludo Martens in 1989. Hij nam de verantwoordelijkheid op zich om de lijn in het hoofdartikel van de week ervoor toen mei-juni '89 ("Een bloederig drama in Peking" heette dat geloof ik) te verbeteren. Hij gaf de tegenstellingen aan in de communistische partij, de dubbelzinnige rol van Deng Xiaoping daarin. Door een zeker rechtsopportunisme, was er een niet goed aanpakken van de politieke situatie. Hierdoor werd voeding gegeven aan de uitbouw van een contrarevolutionaire beweging die gebruik maakte van een zeker ongenoegen bij een (weliswaar klein) deel van de bevolking. Er was een contrarevolutionaire opstand. Het was CORRECT van de regering van de Volksrepubliek China om gewapender hand op te treden tegen die contrarevolutie. Het was NOODZAKELIJK om het voortbestaan van het socialisme in China te garanderen.

Hiervan wordt afstand genomen door Boudewijn.

"In 1989, na de gebeurtenissen van Tien An Men, hadden we indruk dat het kapitalisme tamelijk wild om zich heen greep en het hoofdaspect dreigde te worden in China."( In Solidair is er een VERKEERDE verwijzing, maar in Marxistische Studies verwijst Boudewijn hierbij naar " Ludo Martens, Solidair nr 23, 7 juni 1989) Hij zegt het niet rechtstreeks, maar door ZIJN korte samenvatting -in één zin -van de artikels TOEN van Ludo (en je moet al een "weirdo" zijn zoals ik, om die artikels nog eens op te zoeken…) gaat hij over de analyse van de strijd tussen twee lijnen in de CCP losjes heen en rapporteert verder gewoon standpunten van Deng Xiaoping (in Marxistische Studies). In Solidair schrijft hij: "De CPC lijkt ons echt wel verenigd rond de huidige hervormingspolitiek".

Op de heel essentiële vraag " China kende de voorbije dertig jaar grondige hervormingen. Leidt dat niet tot een afwijking van het socialisme?" geeft hij een heel vaag en ontwijkend antwoord, hij analyseert niet (dat zou hij toch moeten kunnen als kader van een partij die zich baseert op het wetenschappelijk socialisme).

Je leert MEER over de ontwikkelingen van de standpunten van de CCP en een analyse ervan uit de OUDE artikels van Ludo Martens zoveel jaren geleden…..

Boudewijn gaat alleen af op zijn indrukken, actuele statistische gegevens en de antwoorden die hij persoonlijk kreeg in China op vragen. Dat is de basis van zijn analyse. Dat is empirisme volgens mij!

"Je kunt de politiek van de CPC niet begrijpen en de verwezenlijkingen niet naar waarde schatten als je deze werkelijkheid niet voor ogen houdt ", schrijft hij.

De economische politiek van de CCP NU is gebaseerd op een analyse van de CCP, of toch van bepaalde kaders in de jaren 1978- begin jaren '80. Die analyses zijn beschikbaar. Daarin geven ze aan wat zij zien als wetmatigheden onder het socialisme en hoe hun besluiten (volgens hun) marxistisch te verantwoorden zijn.

Het is DAARVAN dat Boudewijn had moeten vertrekken. Ik stuur hierbij in bijlage de conclusies van een studie van een aantal economisten uit de CCP gemaakt in opdracht van de CCP. Daarin staat bv in hoeverre zij zich baseren op de studie van het marxisme, o.a. de verhandelingen van Stalin in "Economic Problems of Socialism in the USSR".

Nu die studie van Stalin is heel pertinent. Ik denk dat die te gebruiken is als wetenschappelijke analyse, als referentie, over de wetmatigheden van het socialisme. In die conclusies geven de Chinese communisten aan hoe ZIJ die analyse interpreteren en concreet willen toepassen in de Chinese situatie: bv over de werking van de waardewet en markteconomisme en hun mogelijkheden en beperkingen in een socialistische planeconomie.

Volgens mij kun je de politiek van de CPC niet begrijpen en de verwezenlijkingen niet naar waarde schatten als je deze studie niet gedaan hebt. (de theorie als geconcentreerde directe ervaring, lees hierover "Over de practijk" van Mao, een tekst die hij schreef TEGEN het dogmatisme en empirisme in de CCP)

Ik zou ook willen verwijzen naar studies van Hinton over het effect van de hervormingen op de landbouw.

De standpunten van Boudewijn geven voedsel aan de standpunten van de burgerij dat China het bewijs is dat om te "moderniseren" de socialistische "oplossingen" - de onefficiënte werking van een socialistische planeconomie met staatsbedrijven - falen en dat privatiseringen en het privé-bezit van productiemiddelen en de loonarbeid die leidt naar privé-toeëigening van meerwaarde hiervoor moet ingevoerd worden.

"Volgens de CPC is de hervorming van de staatsbedrijven globaal gezien voltooid. Het grootste deel is geprivatiseerd. De zowat 15.000 grote bedrijven die volgens onze gesprekpartners nog in staatshanden zijn, zijn nu gesaneerd. Voor het eerst hebben die bedrijven WINST gemaakt, wat de staat een veel ruimere armslag geeft." Is er nu sprake van staatskapitalisme of nog steeds van socialisme? Is het een volstrekt correcte maatregel ter opbouw van het socialisme, of zit er opportunisme is die eventueel het socialisme later in gevaar kan brengen? Ik denk dat een studie van "Economic Problems of Socialism in de USSR heel wat marxistisch ontwikkelde standpunten kan opleveren.( zoals over het aspect WINST van staatsbedrijven) Bijvoorbeeld een vergelijking van de principes geschetst door Stalin in die studie en de toepassing ervan in de USSR door een KP die daarbij rechtse fouten maakt. (daarover geeft het andere boek van Ludo "Een andere kijk op Stalin" wel wat elementen) Nu houdt Boudewijn het bij:" Wij kunnen onmogelijk alle aspecten van deze kwestie beoordelen. Wij weten niet waarom de ervaring van de industrialisatie, de collectivisering en de centrale planeconomie van de jaren '30 niet op één of andere manier van toepassing zou wijn voor China vandaag. We kunnen evenmin een volledige balans maken van de hele Chinese ervaring tot eind jaren '70, noch de latere trouwens."

Daar moeten we het dan nu mee doen…..

Groeten van een bezorgde lezer van Solidair en Marxistische Studies

N…

PS In bijlage de conclusies uit het boek "China's socialist economy"

In attachment zat het hoofdstuk “Conclusions” uit het boek : China's socialist economy First Edition 1981 Revised Edition 1986. ISBN-083SI-1592.5 (Hard Cover) ISBN-098351.1703.0 (Paperback) Copyright 1986 by Foreign Languages Press

Published by the Foreign Languages Press, 24 Baiwanzhuang Road, Bering, China Printed by the L. Rex Offset Printing Co. Ltd. Man Hing Industrial Godown Bldg., 14/F. No.4, Yip Fat St., Wong Chuk Hang, Hong Kong

Distributed by China International Book Trading Corporation (Guoji Shudian), P. 0. Box 399. Beijing, China

Mijn mail werd blijkbaar doorgegeven aan Boudewijn:

|-----Oorspronkelijk bericht-----

|Van: Solidair(e) [mailto:solidaire@solidaire.org]

|Verzonden: maandag 16 februari 2004 11:35

|Aan: David Pestieau; Boudewijn Deckers

|Onderwerp: FW: aan Boudewijn D. nav artikel over Socialisme in China
|
|------ Forwarded Message
|From: "N…" …..hotmail.com
|Date: Mon,
16 Feb 2004 10:11:41 +0000
|To: d.pestieau@solidair.org, marx.studies@marx.be,
|redactie@solidair.org

|Subject: aan Boudewijn D. nav artikel over Socialisme in China

Boudewijn reageert dan, niet vanuit Solidair of in de vorm van een antwoord op een lezersmail. Nee, hij prefereert een persoonlijke reactie te doen, ver weg van diskussie of strijd tussen twee lijnen.

From : B. Deckers <….@brutele.be>
Sent :
Monday, February 16, 2004 6:47 PM
To :
N… <…..@hotmail.com>
CC :
"'Solidair(e)'" , "'David Pestieau'"

Subject : RE: aan Boudewijn D. nav artikel over Socialisme in China

Beste N…,

dank voor jouw reactie.

Ik heb nu totaal geen tijd om op al uw opmerkingen ten gronde in te gaan.

Een opmerking of vraag grondig beantwoorden kan aardig meer tijd vergen dan het maken van de opmerking zelf ...

"Een artikel over het socialisme heeft als doel....": er bestaat bij mijn weten geen algemeen geldende regel waaraan een artikel over China obligaat moet beantwoorden... Natuurlijk heb jij het recht jouw verwachtingen te hebben - maar als het artikel daar niet aan beantwoordt betekent dit nog niet dat het niet terzake is... Het interview is een verwerking van het rapport dat de delegatie maakte na haar bezoek aan China, voorbereid en gevolgd door de studie van een aantal documenten van de Chinese KP – maar NIET van een alzijdige studie. Om u gerust te stellen: Ludo Martens zelf vond dit rapport belangwekkend genoeg om het te publiceren. Wat niet betekent dat het noodzakelijkerwijze zijn visie zou zijn, indien hij op het onderwerp zou doorwerken...

Vijftien jaar geleden waren we volop in het begin van de anti-communistische campagne. Vandaag blijven een vijftal landen zich verder op het communisme beroepen. Vandaag is de hoofdvraag die naar het herstel van de eenheid van de communistische wereldbeweging, over de zeer vele meningsverschillen heen.

Vandaag is het nodig ons grondig te hoeden voor dogmatische benaderingen, zeker van andere KP's en van die 5 socialistische landen van de Derde Wereld - die elk een eigen weg uittekenen naar het socialisme. De feiten zijn dat China zich niet tot de chaos ontwikkeld heeft die wij (ik ook) met het PB en CC vreesden, in '89. Ludo Martens merkte ons al op, na ons bezoek van 1996, dat we té linkse en eenzijdige evaluaties maakten toen (we spraken te rap van "herstel van het kapitalisme"), niet vertrekkende van de spectaculaire realisaties. Terwijl het revisionisme in de Sovjet Unie bv gepaard is gegaan met een snelle en continue achteruitgang op economisch vlak, met een groeiende demobilisatie en demotivatie van de bevolking, stellen we in China al 20 jaar het omgekeerde vast. Hij oordeelde dat de realitiet ons dwong te erkennen dat de zaken complexer zijn ... We hoeden ons dus best voor te snelle conclusies.

Waar jij echter vandaan haalt dat ik in het artikel in MS zou afstand nemen van het neerslaan van de contrarevolutionaire beweging van Tienanmen is mij totaal duister. Bij mijn weten wordt dat niet behandeld in het artikel-interview. Wees gerust: wij hebben nogmaals in China herhaald dat we het toenmalige optreden van de regering onomwonden steunden en zullen blijven steunen.

De Chinese KP herhaalt vandaag ook niet de analyses die zij maakte in het begin van de hervorming. Zij zeggen vandaag dat zij de weg die de Sovjet Unie gevolgd heeft niet toepasbaar achten op China. Er zijn duidelijk ook standpunten in de CCP die vinden dat Stalin daarin trouwens belangrijke fouten heeft gemaakt - maar daarover zijn mij geen publicaties van hen bekend (al weet ik dat ze bestaan, enkel in het chinees). Ik geef aan in MS dat die vraag dus voor ons onbeantwoord blijft...

Zoals Ludo Martens schreef in "The Collapse of the Soviet Union", Lenin zelf ging ervan uit dat er meerdere en uiteenlopende ervaringen zouden nodig zijn van opbouw van het socialisme, alvorens de echte wetmatigheden ervan te kunnen teoretiseren. "Staatskapitalisme of socialisme" is precies het te simpele schematisme waar we niet willen in vervallen. Zoals we in het volledige artikel aangeven, kent China nu een gemengde economie, in een socialistische staat geleid door de Communistische Partij. Zoals Ludo Martens zelf al vroeger aangaf: "in een DW land vereist de opbouw van het socialisme allicht de ontwikkeling tot op zekere hoogte van het kapitalisme". In de industrielanden hebben wij zeer hoog ontwikkelde moderne productiekrachten. In een DW-land, nog hoofdzakelijk agrarisch, is dat niet zo ! Hoe China verder zal ontwikkelen weet ik niet. Ik heb ook mijn vragen en vrees - maar dat is een andere zaak.

En ja, wij (de voorzitter inbegrepen) menen dat we best uiterst voorzichtig zijn in onze beoordeling van de ontwikkelingen in China en ons vooral hoeden voor te snelle analyses... Ik denk dat we in de volledige tekst in MS voldoende kritische vragen of opmerkingen maken, vertrekkende van een houding van steun aan de Chinese ML. Wij maken ons een beeld van wat het socialisme in België en in de imperialistische landen grosso modo zal moeten zijn; wij zijn verantwoordelijk voor de lijn die wij aangeven voor de revolutionaire strijd in België. Maar wij hoeden er ons best voor om te snel een oordeel te vellen over de lijn die de CCP volgt in een totaal-toaal andere situatie...

Dat er een grondige studie van de economische en politieke evoluties in

China absoluut gewenst is, treed ik bij. Dat daar gefundeerde kritieken op de huidige politiek van de CCP zullen uit volgen lijkt mij evident. Dat was echter niet het opzet van dit rapport-interview-artikel. En het hoeft ook niet obigaat dat te zijn.

Tot hier enkele snelle bedenkingen bij de jouwe !

Kameraadschappelijk,

Boudewijn

Ik reageerde dan nog met een mail waarin ik bedankte voor zijn reactie maar waar ik een persoonlijke diskussie uitsloot omdat dat toch geen zoden aan de dijk zou brengen

Beste Boudewijn,

Bedankt voor je snelle reactie. Dit geeft bij de oorspronkelijke afzender, bij mij dus, op zijn minst het subjectieve gevoel, serieus te worden genomen.

Ik wil daarom van mijn kant, nog even reageren. Weest gerust, ik ben niet van plan een e-mail-polemiek te lanceren. Dus ik verwacht niet een uitgewerkt tegenantwoord.

Maar om een en ander duidelijk te maken: aan de basis van mijn eerste mail lag eigenlijk een subjectief gevoel van teleurstelling en wrevel.

Ik vond persoonlijk, en misschien moet ik eerst nog beter de teksten zelf lezen, dat ik niets nieuws las in jou analyse.

Volgens mij heeft de PVDA nooit gezegd (ik dacht dat ik dat toch nergens gelezen had in de artikels van Ludo) over CHINA (Wel nogal voortijdig over de USSR): "…Herstel van het kapitalisme".

Of het PB en of CC TOEN vreesden dat China zich tot een chaos zou ontwikkelen, daar heb ik geen weet van. Ik heb dat (nog) nergens gevonden in de artikels die ik las uit '89 en '90. Integendeel! Ik vond het toen een verademing om de evenwichtige artikels van Ludo te lezen. Dit tegenover al de linkse en rechtse subjectieve paniekreacties in de pers.

Toen was ook het standpunt, dacht ik, van de PVDA (of toch van Ludo): we moeten de zaken grondig bestuderen, niet vooringenomen of dogmatisch zijn, we kunnen niet alles ineens weten.

Ik heb toen zelf wat materiaal verzameld en bestudeerd. Zo had ik ooit fotocopies gemaakt van een boek, waarvan jij nu de conclusies heb gekregen (in de vorige bijlage). Dat boek had ik ooit eens geleend van iemand die lid is van de PVDA of daar toch veel contact mee heeft. Dus ik veronderstelde dat het binnen de PVDA, en zeker door mensen die in een officiele delegatie zaten, OP VOORHAND al was bestudeerd. Zo verwachtte ik in de Marxistische Studies een diepgaandere analyse over het socialisme in China. Daarom dat ik die meteen bestelde…..

Ik meen dat als Ludo vijftien jaar bij het standpunt zou blijven "dat we voorzichtig moeten zijn met onze eigen kritische analyse te stellen tegenover de revolutionairen in een bepaald land", hij nooit die boeken geschreven zou hebben over Congo of over de boeken die de opkomst van het revisionisme behandelen in Oost-Europa en de USSR. Voor de revolutionairen in Congo en in het Oosten, en ook voor ons vormen die analyses een bijdrage tot het komen tot KENNIS als basis van hun en ons HANDELEN.

Om één voorbeeld te geven:

Zowel in het dokument van Stalin, en (voorzover ik kan nagaan- want ik heb nog niet zoveel gelezen) in overeenstemming met de standpunten van Marx en Engels, voerden de Chinese communisten opnieuw (want het zou voortijdig afgeschaft zijn) het principe in van arbeidsloon "voor iedereen overeenkomstig met haar of zijn werk".

Ze voeren daarbij principes in van hoeveelheid en kwaliteit van het werk, de intensiteit van het werk, de graad van technische vaardigheid of van geschooldheid en de complexiteit van het werk. Ze voegen (in '86) er aan toe: de mate van bijdrage dat een persoon doet tot de staat, maw de economische resultaten van zijn of haar werk.

Nu heb ik hierover bedenkingen. (in de eerste plaats weliswaar, omdat ik nog onvolledige kennis heb van China EN van het marxisme, dat geef ik toe)

- "voor iedereen overeenkomstig zijn/haar werk", slaat alleen op ARBEIDS-loon (voor die mensen die -ook in de eerste fase van het communisme- leven van de verkoop van hun arbeidskracht en wier werk een deel is van de totale produktie van materiële rijkdom). Schuilt niet het gevaar (en dat zou NU misschien WEL gekend kunnen zijn) voor het toestaan van verrijking van chinese kapitalisten. Is aan hen zo niet toegestaan (word dat ZO niet wettelijk vastgelegd?)dat zij een fors deel van de winst van ( toch deels) HUN bedrijf als persoonlijk inkomen (en dat is dan geen ARBEIDS-loon, dacht ik) houden? Want de economische resultaten waarin HUN bedrijf bijdraagd tot het (weliswaar stijgend) BBP is des te groter naargelang zij, produktiekosten doen dalen (en bijvoorbeeld niet toelaten dat het arbeidsloon van de tewerkgestelde arbeiders te snel stijgt, of dat de produktiviteit van de tewerkgestelde arbeiders fors is gestegen). Schuilt hierin niet heel concreet een gevaar van het doen ontwikkelen van de kapitalisten als klasse? Als dat dan nog GEKOPPELD wordt aan het toelaten van partijlidmaatschap van kapitalisten….. Schijnbaar is het misschien best te rechtvaardigen dat chinese kapitalisten lid mogen worden van de KP, maar staat niet alles in verband met elkaar?

Ik meende dat de PVDA in staat zou moeten zijn om zich een mening te vormen op de marxistische verantwoording van de CCP van hun economische politiek. Stel dat de PVDA vindt dat er marxistisch gezien er geen speld tussen te krijgen is, zou in tweede instantie, bijvoorbeeld tijdens de studiereis door middel van vragen e.d.materiaal verzameld kunnen worden om te zien of hun actuele economische politiek wel in overeenstemming is met hun oorspronkelijke verantwoording. Zo zou de basis gelegd kunnen worden van de kennis van de nog op te richten Communistische Internationale over de
wetmatigheden van het socialisme.

Zie dit nu niet allemaal gelijk aan als een persoonlijke kritiek, hé! Ik schets eigenlijk gewoon mijn persoonlijke (en dus subjectieve en dus, geef ik toe, moeilijk te beantwoorden) mening nav het artikel in MS en in Solidair.

Kameraadschappelijk, N….

Geen opmerkingen: