donderdag 21 februari 2008

Over "De Grote Sprong Voorwaarts"(China) (1)

In Marxistische Studies 78 (zie op marx.be), "Welke weg slaat China in?", uit 2007schrijft Peter Franssen, kader van de PVDA een "marxistische analyse" onder de titel van "De ontwikkeling van het socialisme in China".
Ik wil een analyse maken van het revisionisme dat Peter Franssen hier ontwikkelt. Maar nu enkel over één punt: het standpunt over de Grote Sprong Voorwaarts.

“De theoretische ommezwaai van Mao in de herfst van 1957 betekent het einde van het eenheidsfront met de bourgeoisie die nu de vijand genoemd wordt. Het is het einde van de politiek die sinds 1949 toegepast werd…(een) …theoretische ommezwaai naar extreem links. ….
Irrationele doelstellingen zijn kenmerkend voor de Grote Sprong Voorwaarts…
De hoge productiedoelstellingen leiden tot chaos in de economie…
(Het)… geheel van maatregelen leidt tot een catastrofe….
De Grote Sprong Voorwaarts is het resultaat van de opvatting dat hoe hoger de graad van socialisering van de productieverhoudingen is, hoe sneller de productiekrachten groeien, welke ook de stand van de productiewijze moge zijn. De economische catastrofe die de Grote Sprong Voorwaarts is, bewijst de onjuistheid van die visie….
In 1957, aan de vooravond van de Grote Sprong Voorwaarts, schrijft Mao al teksten waarin hij het debat en de strijd in de partij definieert als een strijd van klasse tegen klasse en hij velen die met hem van mening verschillen catalogiseert als mensen die “heulen met de kapitalisten”…
In het zog hiervan heten diegenen die pleiten voor voorzichtigheid “ prokapitalistische elementen”….”

Op p. 55 start hij met ‘Ondanks de GSV… een beschrijving over de verworvenheden van het socialisme in China.
Nationaal PVDA-kader en hoofdredacteur van Marxistische Studies Herwig: Herwig Lerouge, volgt Peter Franssen kritiekloos in “Socialisme op zijn Chinees”, de inleiding van MS no 78, 2007.

“…Peter Franssen, journalist bij het weekblad Solidair….. beoordeelt de eerste dertig jaar van de Chinese revolutie onder leiding van Mao Zedong op een dialectische manier. De zware industrie ontwikkelde zich en de gezondheidssector en het onderwijs kenden een spectaculaire groei. China, een bijna uitsluitend landbouwland in 1949 heeft in 1970 zijn buur India allang voorbijgestoken. Maar in die periode maakte de partij ook vele linkse fouten, zegt hij. En hij beschrijft ze.
Een gevolg daarvan was dat de welvaart niet was wat kon verwacht worden. De consumptie per huishouden steeg onvoldoende, de financiering van de zware industrie gebeurde teveel op de kosten van de landbouw. Het inkomen van de boer nam minder snel toe dan het inkomen van de arbeider en de stedeling. Ook de commerciële sector en de horeca ontwikkelden niet omwille van de starre opvatting over de planeeconomie die wilde dat ook de kleinhandel en de horeca in handen moesten zijn van de staat. De ontwikkeling van de lichte industrie zou in die fase van economische ontwikkeling het snelst vooruit gaan als de krachten in de maatschappij op dit terrein initiatief hadden mogen nemen. Maar dat strookte niet met de gangbare opvattingen ten tijde van Mao Zedong. …
Vooral vanaf de helft van de jaren 1950 dacht een deel van de Chinese leiders teveel dat “het socialisme en het communisme uit het niets geboren worden en dat productieverhoudingen naar believen en naar ideologische overtuiging kunnen gekozen worden.”

Uit de analyses en de texten over de gestemde standpunten van het 4e congres van de PVDA in 1991 (die tenslotte zijn weerslag vinden in het boek "USSR - de Fluwelen contrarevolutie", EPO):

"De analyse die Mao Zedong maakte in de jaren `60 geeft het best de realiteit van de socialistische landen weer. Vandaag de dag kan deze analyse gepreciseerd worden aan de hand van de recente gebeurtenissen in Oost-Europa, in de Sovjetunie en in China. Deze analyse werd echter enigszins ontkracht door bepaalde geuchistische overdrijvingen ten tijde van de Culturele Revolutie. Dit heeft het voor Deng Xiaoping makkelijker gemaakt ze in de loop van de jaren `80 in haar geheel te verwerpen.
Mao Zedong zag de toekomst van het socialisme als volgt:
"De socialistische maatschappij loopt over een zeer lange historische periode. Klassen, klassenstrijd en strijd tussen de socialistische en kapitalistische weg bestaan not altijd….
De socialistische revolutie op het economisch vlak alleen ( inzake het bezit van de produktiemiddelen) volstaat niet, en zorgt ten andere niet voor stabiliteit. Er moet ook een volledige socialistische revolutie worden doorgevoerd op politiek en ideologisch vlak. De strijd om uit te maken 'wie het zal halen', socialisme of kapitalisme, op het gebied van politiek en ideologie, eist een lang tijdsverloop voor de uiteindelijke beslissing valt. Enkele tientallen jaren zullen daartoe niet volstaan. Honderd, ja honderden jaren zijn nodig om de definitieve zege te verzekeren…
In deze historische periode van het socialisme moeten we de dictatuur vn het proletariaat handhaven en de socialistische revolutie voltooien als we de kapitalistische restauratie willen verhinderen; we moeten ook de socialistische opbouw ondernemen om de voorwaarden te scheppen voor de overgang naar het communisme…
Onze partij schrijft aan Mao Zedong twee zeer waardevolle bijdragen tot de marxistische-leninistische wetenschap toe.

1. Voor de eerste keer in de geschiedenis heeft in een groot land van de Derde Wereld de theorie en de strategie van de nationale en democratische revolutie als voorbereidende stap op de socialistische revolutie ontwikkeld en heeft hij de Chinese revolutie doorheen onnoemelijke moeilijkheden geleid tot de instelling van de dictatuur van het proletariaat.

2. Nadat Chroesjtsjov I in de USSR aan de macht kwam, heeft Mao Zedong de strijd tegen het moderne revisionisme geleid. Hij heeft de Culturele Revolutie geleid en de theorie van de voortzetting van de klassenstrijd onder de dictatuur van het proletariaat verrijkt. "

Hiermee worden de verdiensten van de Grote Sprong Voorwaarts gewoon gevoegd bij bijdragen die Mao Zedong heeft geleverd inzake opbouw van het socialisme in China. (evenals heel concreet dan met die van de Culturele Revolutie - waar we in een ander artikel het revisionisme bij Peter Franssen (en Boudewijn Deckers) ter zake zullen ontmaskeren.
De standpunten van Peter Franssen e Herwig Lerouge zijn dus niet conform met die van het congres.
Peter Franssen neemt uiteindelijk EENZELFDE standpunt in over De Grote Sprong Voorwaarts als Deng Xiaoping. Deng over de Grote Sprong Voorwaarts:

"In 1958 we made a mistake by initiating the Great Leap Forward. We neglected the laws governing economic development and consequently production dropped. Thanks to the three years of readjustment of the economy, the national economy resumed a fairly smooth development. But then came the "cultural revolution", a disaster for the nation, causing economic chaos. For this reason, we have to take a few years to readjust the economy during our modernization drive. In short, we must act in accordance with economic laws.”[1]

De periode VOOR de Grote Sprong Voorwaarts is voor Deng en ook Peter een periode die daar los van staat. Wat Mao schreef over de uitbouw van teams in wederzijdse hulp en van kleine coöperatieven bestempelen zij als" heel waardevol". De Grote Sprong Voorwaarts is voor hen, een aparte periode met richtlijnen en teksten die “te ver” gingen. De periode NA de Grote Sprong Voorwaarts was voor hen dan wer een periode die "teruggreep naar de lijn" ervòòr, en dus "weer aansloot bij wat Mao er toen over schreef". Voor Deng en Peter is het een uitgemaakte zaak: Voor de GSV steeg de produktie, tijdens de GSV stagneerde de produktie en na de GSV steeg de produktie weer en de GSV betekende chaos en was rampzalig. Met “chaos”wordt hier bedoeld, de kritiekcampagne en de klassenstrijd waar de werkende bevolking werd bij betrokken en de “voluntaristische en egalitaristische” lijn” die dan door Peter en Herwig toegeschreven worden aan "gauchistische invloed"die uitging van Mao Zedong. Ik zal nog uitvoering in verschillende artikels, de misleiding en de leugens (het historisch idealisme) concreet weerleggen.
Nu, ook de burgerij is tegen de "Grote Sprong Voorwaarts" en zal zo goed en zo kwaad als dat mogelijk is het nefaste het "chaotische"en "verkeerde" "aantonen" van het veranderen van kapitalistische produktieverhoudingen in socialistische produktieverhoudingen: alles waar de werkers het beheer overnemen van de produktiemiddelen, de produktietechnologie, daar waar de werkers de produktie plannen in functie van de maatschappelijke behoeftes in plaats van in functie van koopkrachtige vraag die kan betalen voor geproduceerde waren.

Zo zie je, dat de doelstellingen van revisionisten in een communistische partij HETZELFDE zijn dan die van de burgerij: het negatief voorstellen van de pogingen van de werkers de diktatuur van het proletariaat in te stellen, het kapitalisme en de kapitalistische produktieverhoudingen stap voor stap af te bouwen als het kan door overtuiging (ideologische klassenstrijd) als het moet door krachtdadige klassenstrijd.
De metodes zijn ook hetzelfde: misleiding, historisch idealisme in plaats van historisch materialisme en door middel van leugens.

Ik wil nu gewoon even aantonen dat de INTERNE diskussie in de PVDA, heel concreet over de Grote Sprong Voorwaarts, niet gevoerd is, rapporten terzake niet beantwoord en zo andere opvattingen hierover gewoon de mond gesnoerd en dat dus Peter Franssen en Herwig Lerouge als NATIONALE kaders de partij een revisionistisch verworven standpunt hierover opleggen aan héél de partij. Zie artikel hierna.


[1] Talk with Aimed Ceca Toure, President of the Republic of Guinea, May 5, 1980

Geen opmerkingen: